Een kijkje in het poëziealbum van feministe Wim Hora Adema
Deez album hoort aan mij
Zoolang ik hoop te leven
Wilhelmina Remelia is mijn naam
Mij bij den doop gegeven
Hora Adema is mijn van
Van vaderlijken stam
En Huzem de plaats
Waar ik ter wereld kwam
Zo opent het poëziealbum van de journaliste en feministe Wilhelmina Remelia Hora Adema (1914-1998), beter bekend als Wim Hora Adema. Niet al te lang geleden schonk mevrouw A.A. van Berge dit aansprekende handschrift aan het Allard Pierson.
Met zijn zachte rode fluwelen band en zijn met glinsterende steentjes bezette gesp, omhult dit poëziealbum de geschreven getuigenissen van Wims vriendschappen met een aantal bijzondere vrouwen. Vriendschappen die – ondanks het verstrijken van tijd – hun glinstering niet hebben verloren, evenals de steentjes op de gesp. Dit album geeft ons een blik in de veelbewogen levens van Wim en haar vriendinnen, die samen niet alleen voorop liepen in de werelden van journalistiek, literatuur, kunst en theater maar ook samen een vuist maakten voor de gelijkstelling van vrouwen en mannen in de Nederlandse samenleving.
Zoals je in het bovenstaande versje kunt lezen werd Wim geboren in Huizum, een Fries dorp dat later is opgegaan in Leeuwarden. In 1932 vertrok het gezin Hora Adema naar Amsterdam. Hier zette Wim haar eerste stappen in de wereld van de journalistiek. Ze begon met het schrijven van columns over Amsterdam bij het Leeuwarder Nieuwsblad. Ook schreef zij filmrecencies voor De proletarische vrouw, het weekblad dat werd opgericht door de Sociaal-Democratische Vrouwenpropagandaclub (SDVC). Al vroeg in haar carrière, in 1936, werd Wim redacteur bij het Algemeen Handelsblad. Dat bleef zij een aantal jaren, maar toen de krant in 1941 anti-Joodse maatregelen nam, diende zij haar ontslag in. Na haar vertrek kwam zij terecht bij de verzetskrant Het Parool. Zij zou hier ook na de oorlog blijven werken en werd in 1948 redacteur van de vrouwen- en jongerenpagina.Deze plek zou voor haar sociale leven een bijzondere betekenis krijgen. Hier ontmoette Wim veel van de vrouwen die haar later het poëziealbum zouden schenken en die met haar een stempel zouden drukken op de wereld van journalistiek, literatuur, kunst en theater in Nederland.
In 1946 werd Annie M.G. Schmidt documentalist bij Het Parool en raakte zij betrokken bij De Inktvis, het journalistencabaret van die krant. Wim was in diezelfde periode ook betrokken bij De Inktvis en schreef hiervoor teksten, trad op en was achter de schermen betrokken bij de organisatie. In 1948 werd Wilhelmina Eybergen journalistiek actief onder de naam Harriët Freezer. Zij verzorgde voor Het Parool de succesvolle rubriek ‘Het probleem van de week’ op de vrouwenpagina, waarin antwoord werd gegeven op vragen van vrouwelijke lezers. Deze verhalen brachten verschillende vrouwelijke perspectieven op het huwelijk en de arbeidsmarkt aan het licht. In 1949 maakte Fiep Westendorp haar eerste tekening voor de vrouwenpagina bij het nieuwsbericht ‘Drama in Chicago’. Hier leerde Fiep ook Annie kennen en zo werd een dynamisch duo geboren. In 1952 maakte Fiep haar eerste tekening voor Jip en Janneke. Tekeningen die nu niet meer los te zien zijn van Annie’s beroemde verhalenreeks. Al snel raakte ook Mies Bouhuys bij deze groep betrokken, van 1957 tot 1968 schreef ze versjes over de pluizige poezenvrienden Pim en Pom op de kinderpagina van Het Parool, waarvoor Fiep ook de illustraties maakte. In 1950 publiceerde Hella Haasse, onder het pseudoniem C.J. van der Sevensterre het feuilleton Sterrenjacht in Het Parool, waarna zij een grote schrijverscarrière tegemoet ging. Vanaf 1964 sloot ook Wina Born – wier kookboekencollectie sinds 2018 bij het Allard Pierson wordt bewaard – zich aan bij deze groep en verzorgde zij de culinaire rubriek op de vrouwenpagina.
Vanaf het eind van de jaren 40 hield Wim bij haar thuis bijeenkomsten, die ruim drie decennia zouden plaatsvinden en door deelnemers ‘de damessalon’ genoemd werden. Hier kwamen regelmatig de bovengenoemde vrouwen bijeen, samen met o.a. Liesbeth Brandt Corstius, Hedy d’Ancona en Huikje (Willy of Willempje) Gomperts (geb. Huikeshove). Ter gelegenheid van Wims zestigste verjaardag schreven zij allemaal iets in het poëziealbum. Niet alleen teksten, maar ook tekeningen, foto’s, knip-, plak- en borduurwerk verrijken het album. Het geheel werd hier en daar aan elkaar geschreven met gedichten die Fiep namens de rest neerpende:
Als ge uw album eens doorbladert
Willem in een ledig uur,
Waar ge allen vindt vergadert
Die u lief zijn op den duur
Is ’t onze wensch g’ook moogt gedenken
Haar die u deez versjes geven
En die vriendschap ons moogt schenken
Die ons vreugd bezorgt in ’t leven
Vriendschappen die vreugd bezorgen in het leven, dat is een mooie samenvatting van dit album. Aan het fundament van deze vriendschappen lag de samenwerking bij Het Parool, en ook dat is terug te zien in een van deze gedichten die de vriendinnen Wim gezamenlijk toeschreven:
Lieve Willem,
We kwamen op het Parooltje
Daar zagen we een meisje staan
Zij heette Wimpie Adema
Zij stond ons echt wel aan
Wimpies neusje rook talenten
Als knopjes in de lente
Zij bracht ons waar wij zijn beland
Wij vergeten dit niet
Bedankt lieve Wim,
En een stevige hand
In 1968 stopte Wim bij Het Parool en was zij – samen met Joke Smit en Hedy d’Ancona – betrokken bij het oprichten van de feministische actiegroep Man Vrouw Maatschappij (MVM), waar zij de publiciteit regelde. De MVM was onderdeel van de Tweede Feministische Golf en maakte zich hard voor een praktische aanpak van maatschappelijk ongenoegen, waar zowel vrouwen als mannen hun voordeel uit konden halen. In 1972 richtte Wim samen met Hedy het maandblad Opzij op. Wim zou tot 1986 deel uitmaken van de redactie. Harriët schreef hierover in haar bijdrage aan Wim:
[…] ga je dan een vrouwenblad
Met je vriendjes maken
Zit dat lastig mannetje steeds
Alles af te kraken
Uit de verschillende tekstjes in het album blijkt dat deze vrouwen lief en leed met elkaar deelden en zich bekommerden om elkaar als vrouwen die zich een weg probeerden te banen in een mannenwereld. Dat kan niet altijd makkelijk zijn geweest, maar het lijkt erop dat deze vriendschappen ze in ieder geval veel soelaas hebben geboden. Hoewel de vriendschap tussen Wim en Annie na een conflict in 1977 geen stand hield, is het toch Annies bijdrage aan het album die tekenend is voor de steun die deze vrouwen aan elkaar moeten hebben gehad. Zo schreef Annie aan Wim:
[…] En ook vandaag over
twintig jaar
zitten we net zoals
nu bij elkaar
al je vriendinnen
heel ouwe trutten
dat is toch iets
om troost uit te putten
Wim was niet alleen actief als journaliste en feministe, maar ook als schrijfster van kinder- en jeugdboeken en reisgidsen. Ook selecteerde ze manuscripten voor de uitgevers van De Arbeiderspers en Querido. Ze had een neus voor nieuw talent. Tevens stelde ze een groot aantal bloemlezingen samen en stond ze aan de wieg van de Woutertje Pieterse Prijs, een prijs voor het beste oorspronkelijk Nederlandstalige kinder- of jeugdboek.. Je kunt haar poëziealbum komen bewonderen in het Allard Pierson, waar het binnen de collectie van handschriften deel uitmaakt van een grotere verzameling van vriendenboeken die teruggaan tot de zestiende eeuw.