Door: Willem van der Does, hoogleraar klinische psychiatrie
Peter van Straaten was voor mij een bron van vermaak, maar ook van inspiratie. We hadden een unieke relatie: elf jaar geleden mocht ik hem, op zijn vijfenzeventigste, ‘mijn jongste promovendus’ noemen. Van Straaten die zijn tijd verdeed met het schrijven van een proefschrift? Nee, dat heeft hij niet gedaan, het ging om een eredoctoraat. Een eredoctoraat voor iemand zonder academische aspiraties: geen alledaagse gebeurtenis in Leiden. Toch vroeg destijds bijna niemand mij naar het hoe en waarom. Hij viel ook vaak in de prijzen, waaronder literaire prijzen zoals de Gouden Ganzenveer. Maar toch, een wetenschappelijke graad? Aan Van Straaten zelf is destijds wel gevraagd naar het waarom. Van zijn antwoorden werd ik een beetje zenuwachtig: “Ik heb werkelijk géén idee” en “Ik wéét helemaal niks. Mijn werk is gebaseerd op bange vermoedens”. Niettemin heeft hij het eredoctoraat aanvaard en toonde hij zich vereerd.
Voor mij spreken zijn tekeningen boekdelen - letterlijk. Als ik studenten wil uitleggen wat een persoonlijkheidsstoornis is, kan ik de officiële definitie doornemen, anderhalf A4 vrij abstracte tekst. Dan moet ik voorbeelden geven om het tot leven te laten komen. Of ik laat twee tekeningen van Peter zien. De ene is een auto die, van bovenaf getekend, wordt ingeparkeerd, maar de plek is duidelijk te klein. Tekstregel: “Onzin, gisteren ging het hier ook”. De andere, een vrouw in een café dat verder verlaten lijkt, behalve een barman met uitgestreken smoel. Tekstregel: “Ik wou dat ik naar huis wou”. Nu snapt – en onthoudt – u dat een persoonlijkheidsstoornis betekent: je niet kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden en beperkte regie over je eigen leven.
Voor gebruik in mijn boeken zie ik drie soorten tekeningen. Categorie 1 is ‘Rechttoe, rechtaan’: tekening ondersteunt tekst, waardoor je het niet meer vergeet. Bijvoorbeeld: in een boek over depressie ontkom je niet aan een hoofdstuk over antidepressiva met hun bijwerkingen. Vrij saai. Een van de bijwerkingen is obstipatie. Dan is mijn dag alweer goed als ik een tekening vind van twee volkse vrouwen, van wie één gezet, met onderschrift: “Kind, ik kan al 15 jaar niet poepen”. Categorie 2 is ‘Zet aan het denken’. Een vrouw hangt uit het raam en roept naar haar man beneden bij zijn auto: “Henk, je vergeet je pillen”. Deze tekening wordt leuker als je een reden bedenkt waarom hij de pillen laat staan. Kom ik weer uit bij bijwerkingen van antidepressiva: libidoverlies. Kan haar het wat schelen, maar hij zit ermee. Categorie 3 is ‘Waar hààlt hij het inzicht vandaan?’ Een middelbaar echtpaar, op de achtergrond een balie. De man staat er verslagen bij, vrouw kijkt bezorgd. De context is duidelijk: ziekenhuis, slecht nieuws. Wat is het slechte nieuws? “Ze zeggen dat het gèèn kanker is”. Mensen met ‘onverklaarde lichamelijke klachten’ kunnen zo wanhopig worden van alle onderzoek waar niks uitkomt, dat ze denken: dan liever een slechte uitslag. Dan kun je je ergens op instellen, erover lezen, er wellicht iets aan doen. Deze tekening legt een denkproces bloot dat mensen niet op deze manier prijsgeven. Dit kan Peter niet als een Carmiggelt opgevangen hebben.
De studie geneeskunde komt neer op het doorploegen van atlassen – boeken met plaatjes en onderschriften. Er zijn atlassen voor anatomie, cardiologie, dermatologie maar niet voor psychologie of psychiatrie. Het verzamelde werk van Peter van Straaten is een atlas van de menselijke psyche. Vandaar dat eredoctoraat.
Willem van der Does