Wat doet een buitenlandse atlasuitgever als hij in zijn atlas kaarten wil opnemen van provincies in de Nederlanden? Voor die vraag stond de Venetiaanse kartograaf Vincenzo Coronelli (1650-1718). Aan het eind van de jaren 1680 was hij bezig met de voorbereiding van een nieuwe grote atlas: de Corso geografico universale. Deze atlas is in 1692 verschenen in twee delen met 260 kaarten – een digitale versie ervan is te vinden in de Biblioteca Digital Hispánica. Om zo’n groot aantal kaarten in de atlas op te kunnen nemen was het nodig niet alleen overzichtskaarten van de verschillende landen te maken, maar ook detailkaarten van de verschillende provincies. Van de Zeventien Provinciën nam Coronelli er tien op. Omdat hij ze, zo gauw ze klaar waren, naar een boekhandelaar in Parijs stuurde en die een lijst bijhield, weten we op de maand nauwkeurig wanneer de kaarten gereed waren. Hij maakte tussen april 1689 en december 1689 vijftien kaarten van elf provincies in de Nederlanden: Holland (drie deelkaarten), Zeeland, Overijssel, Artois, Vlaanderen (twee deelkaarten), Brabant (twee deelkaarten), Henegouwen, Namen, Antwerpen, Limburg en Luxemburg. Uit de keuze van de provincies blijkt hetzij de onbekendheid van Coronelli met deze streken, hetzij een zekere mate van willekeur. De provincies Gelderland, Friesland en Groningen ontbreken. Ook een overzichtskaart van de Nederlanden ontbreekt, daarvoor dient het noordelijke blad van de kaart van de Rijn.
Nadere bestudering van de kaarten leert al snel dat er – vanzelfsprekend – Nederlandse bronnen zijn gebruikt, of liever gezegd, Nederlandse kaarten zijn gekopieerd. Het kaartbeeld is steeds compleet gekopieerd maar er is wel de nodige generalisatie (vereenvouding) toegepast. De decoratieve elementen zijn wel nieuw ontworpen door Coronelli’s graveurs, waardoor de kaarten er erg on-Nederlands uitzien.
De meeste van die kaarten zijn kopieën van de kaarten van Frederick de Wit, voor Vlaanderen is een kaart van Blaeu gebruikt en voor Brabant en Limburg kaarten van Hondius. Over het algemeen is de kaartinhoud vrij nauwkeurig gekopieerd. De stratenpatronen van de grote steden, die als een soort klein plattegrondje op de kaart staan, zijn in het geheel niet nagevolgd maar door een volledig aan de fantasie van de graveur ontsproten plattegrond, zoals blijkt uit de voorstellingen van Amsterdam op de twee kaarten van Noord-Holland.
Een aantal kaarten bevat wat aanvullingen – bijvoorbeeld extra informatie over plaatsnamen en belegeringen op de kaart van Namen. Bij de stad Namen is vermeld dat paus Paulus IV er een bisdom gecreëerd heeft – dit gebeurde overigens al in 1559, dus kan nauwelijks als nieuwe informatie beschouwd worden.
De kaart van Overijssel, die Coronelli van de Overijsselkaart van Frederick de Wit liet kopiëren – is het slordigst van allemaal. Ten eerste is de titel al fout: TRAN-SISALANIA, dat had TRANS-ISALANIA moeten zijn. Verder ontbreken de namen van de grote plaatsen in Twente: Oldenzaal en Enschede. De namen hadden met hoofdletters geschreven moeten worden (door een andere graveur?), maar dat is niet gebeurd.
Het meest opmerkelijk is wel de weergave van de naam Zwolle. De graveur gebruikte als voorbeeld de kaart van De Wit, en daar is de naam geschreven als ZWOL; de graveur van Coronelli vergat de Z en noemde de stad WOL. De vergissing is wel verklaarbaar omdat de naam bij De Wit niet zo heel duidelijk geplaatst is. De ‘Z’ staat op een eiland tussen het Almelose Water en een watering bij Assendorp, de letters ‘WOL’ staan oostelijk van het Almelose Water. Bij het vereenvoudigen van de topografie heeft de graveur niet gezien dat het een Z was: hij dacht natuurlijk dat dat ook een waterloop was. Voor een Italiaan is een woord dat met ‘Zw’ begint natuurlijk ondenkbaar!
Maar hij had kunnen weten dat de naam Zwol moest zijn. Op de kaart van de Nederrijn in de Corso staat de naam wel goed geschreven.
De verkoop van Coronelli’s atlas zal er niet minder om geweest zijn. En dat de Italiaanse gebruikers van die atlas leerden dat de hoofdstad van Overijssel ‘Wol’ heette, daar zullen ze in Zwolle op z’n hoogst hard om gelachen hebben.
De kaart van Overijssel is in 2017 door het Allard Pierson aangekocht en gaat onder meer gebruikt worden in de colleges over het productieproces van kaarten.
Meer over de kaarten van Coronelli is te vinden in:
Marica Milanesi, Vincenzo Coronelli Cosmographer (1650-1718). Turnhout: Brepols, 2016. In de Handbibliotheek van de kaartenzaal.
(De foto’s van Amsterdam en Zwolle op de kaart van de Nederrijn zijn afkomstig van het exemplaar in de Biblioteca Digital Hispánica).