Kleine geschiedenis van de cocktails
Cocktails worden de laatste jaren steeds populairder, zowel in speciale cocktailbars als bij mensen thuis. Hoewel er in Nederland geen grote cocktailtraditie lijkt te bestaan, werden er in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw wel degelijk een heel aantal cocktailboeken uitgegeven, waarvan de meeste te vinden zijn in het Allard Pierson. Maar voor we die cocktailgeschiedenis induiken maken we eerst een uitstapje naar de vroegmoderne punches.
‘Als de Hollanders zich ergens vestigen bouwen ze als eerst een fort, de Portugezen bouwen een kerk en de Engelsen een punch house,’ zou een oud Engels spreekwoord luiden. Je zou punch, een mengsel van sterke drank met zuur (vaak citroensap) en specerijen, als de voorloper van de cocktail kunnen zien.
De geschiedenis van punch is terug te voeren op het Britse zeevaartverleden, vertelt wijnhistoricus – en Gastronomische Vriend – Mariëlla Beukers. Zij schreef Punch, kandeel en clairet. Historische drankjes om zelf te maken. “Britse zeelui creëerden in India een dank van rum, citroensap en specerijen. Daarna werd punch enorm populair op de Britse eilanden. Denk bijvoorbeeld aan de werken van Charles Dickens, waar regelmatig punch in voorkomt.” De punch in Mariëlla’s boek bestaat uit rum, cognac, citroen en suiker (zie onderin deze blog het recept). Ook Hollanders kenden de punch. Zo schreef Jacob Bontius, de voornaamste chirurg van de Verenigde Oost-Indische Compagnie in Batavia van zijn tijd, rond 1630 dat hij de lokaal populaire punch van arak, sake of tuak (van gegist palmsap), suiker, limoen, specerijen en tamarinde een uitstekend ziekendrankje vond tegen scheurbuik.