Het Allard Pierson verwerft collectie over straatzang
Het Allard Pierson heeft onlangs een uitgebreide collectie liedjesbladen, liedboeken en prenten met afbeeldingen van straatzangers verworven. De 359 stukken zijn gedurende ruim veertig jaar bijeengebracht door verzamelaar, dichter en schrijver Arie van den Berg (1948). De zeldzame en grotendeels unieke stukken dateren uit de zeventiende tot de negentiende eeuw en zijn uitgegeven in Nederland, Duitsland, Ierland en Engeland. Met deze verwerving vult het Allard Pierson zijn verzameling van populair drukwerk aan met documentatie over muziekcultuur op straat.
Verschillende liedculturen
De verzameling over straatzang biedt een inkijk in drie eeuwen liedgeschiedenis en volkscultuur. De liedbladen en -boeken laten zien welke liederen populair waren in welke periode en de prenten laten zien op wat voor gelegenheden er werd gezongen: op straat, thuis en in de kroeg. Gezamenlijk geven ze goed inzicht in verschillende liedculturen. De Engelse liedbladen blijken bijvoorbeeld al aan het eind van de achttiende eeuw een duidelijke relatie te hebben met het zangrepertoire in theaters. In Nederland was het straatlied juist eeuwenlang vooral nieuwsbericht (al dan niet fake) of volksvermaak. Verschillende liederen die als liedblad in de collectie vertegenwoordigd zijn, staan ook afgebeeld op de prenten in de handen van zangers die het lied uitvoeren. Er zijn talloze verrassende ontdekkingen te doen: ‘We gaan nog niet haar huis, want mijn moeder is niet thuis’ was omstreeks 1960 een favoriet lied voor kinderen op de terugweg van een schoolreisje. Op een tussen 1865 en 1888 uitgegeven liedblaadje van Gerrit van der Linden in de Amsterdamse Egelantierstraat wordt datzelfde liedje al door een soldaat gepresenteerd.
Unieke exemplaren
Het is bijzonder dat het materiaal in de collectie in goede staat bij elkaar is gebracht. Populair drukwerk werd in een grote oplage verspreid onder de gehele bevolking. Daarom werd het zo goedkoop mogelijk geproduceerd en gebruikt tot het versleten was. Daarna werd het papier vaak hergebruikt voor het verstevigen van boeken of het inpakken van eten. Er is dus zeer weinig van het drukwerk zorgvuldig bewaard. Naar schatting is van 60% van de stukken geen enkel ander exemplaar aanwezig in een openbare collectie waar ook ter wereld.
Arie van den Berg over het verzamelen: “Een antiquaar op de quai Saint-Michel in Parijs verwees mij naar de map ‘Géographie Pays Bas’. Ik verzamel geen landkaarten, zei ik nog, maar in de map zat een tiental vroeg-achttiende-eeuwse liedblaadjes van de Amsterdamse drukker Reynier Reyniersz.”
Conservator gedrukte werken Katell Laveant: “De waarde van deze collectie ligt zowel in haar unieke stukken als in haar compleetheid. Er zijn oneindig veel mogelijkheden voor onderzoek. Je kunt bijvoorbeeld denken aan de relaties tussen beelden en teksten, het ontdekken van een nieuw repertoire aan liedjes, of zelfs de mogelijkheid om een soundscape, een geluidslandschap van steden uit het verleden, te maken.”
Presentatie
Op 25 mei 2024 wordt de collectie gepresenteerd in het Allard Pierson vanaf 15.00 uur. Arie van den Berg geeft de lezing Marktschreeuwers en jeneverkelen, boekhistoricus Malcolm Walsby vertelt over de liedbladen en de conservatoren laten verschillende stukken zien.