Een man, met zwarte jas, bolhoed, gestreepte krijtbroek, lakschoenen onder zijn slobkousen en bolle grijnzende toet met zwarte borstelsnor, verdiept in een opengeslagen krant, met één been op wat een vluchtheuvel moet zijn en de ander op de weg, achter hem in vaart een motorfiets, de berijder met verschrikte ogen. De meest in het oog springende tekst staat bovenaan in kapitaal: ‘veilig verkeer’, vervolgens onderaan, dicht opeen geschreven: ‘Sta op den vluchtheuvel en niet daarneven. Een kleine fout kost soms Uw leven!’
Het is een affiche uit de collectie Sociale Geneeskunde van het Allard Pierson, aangelegd door de hoogleraren Charlotte Ruys (1898-1977) en Arie Querido (1901-1983). Het affiche is in 1916 vervaardigd. De uiteenlopende posters uit deze collectie vormen, volgens Hubertien Hermans die hieraan een uitvoerige studie heeft gewijd, een toevallige neerslag van het eerste grote openbare gezondheidsoffensief uit het begin van de twintigste eeuw, gericht op de gedragsverandering van de individuele burger. De meeste affiches gaan over het voorkomen van een besmettelijke ziekte of van ongevallen op het werk, qua thematiek vormen de veilig-verkeeraffiches een zeer beperkte categorie.
Het gemotoriseerde verkeer kwam in 1916 net op gang. Er was inmiddels een netwerk van tramlijnen. Verkeersborden waren er nog nauwelijks. De eerste vluchtheuvel in Amsterdam werd in 1912 aangelegd. Een affiche was in die tijd het geëigende medium om een boodschap uit te dragen. De verkeerscommissie, waarin waren vertegenwoordigd Publieke Werken, de verkeerspolitie en het tramwezen, was de opdrachtgever. Dit biedt ook weer een aanknopingspunt, want een krant sta je niet te lezen op een vluchtheuvel midden op de weg, maar – juist ja – als je op een tram staat te wachten. Op de krant die het mannetje leest, is in rood nog een advertentie-achtige tekst te lezen van de gemeentewinkel op de Vijzelstraat voor een goedkoop vastrechttarief voor elektra. Over gemeentewinkels, over het bestaan waarvan de plaatselijke middenstand zich uit concurrentie-overwegingen hevig kon opwinden, ga ik het verder niet hebben, maar ook in die tijd moest de burger van het gas af en voor het licht en het koken overstappen op elektrisch. Er worden dus meerdere boodschappen afgegeven, met een licht vermakelijk karakter, zonder al te veel urgentie. Wel valt het affiche op, niet in het minst door de kleurencombinatie: hoofdzakelijk geel, met in het zwart de tekening en (meeste) tekst. Aan de kleur geel in combinatie met zwart (tekst, beeld of pictogram) wordt ten aanzien van bewegwijzering tegenwoordig de belangrijkste signaalfunctie toegekend. Denk maar aan de borden naar de aankomst- en vertrekhallen op Schiphol, maar ook – van veel recentere datum – aan de vele bordjes en pictogrammen in geel en zwart, die ons recent nog wezen op de 1,5 meter samenleving.
Kunstenaar en communist
Ontwerper van dit affiche is Henri Pieck (1895-1972), de minder bekende tweelingbroer van Anton Pieck. Evenals zijn broer was hij een goede tekenaar, en bovendien een getalenteerd graficus. Maar hij was veel avontuurlijker en politiek geëngageerd. Na vanaf hun zesde samen tekenopleidingen te hebben gevolgd scheidden de wegen zich in 1913. Henri vertrok naar Amsterdam en schreef zich in op de Rijksacademie. Door zijn contacten en door de Eerste Wereldoorlog raakte hij politiek bewust en werd communist.
Wat Henri Pieck tot een uitzonderlijk figuur maakte, is dat hij zich tijdens het Interbellum ontwikkelde tot een van de belangrijkste spionnen voor de Russische geheime dienst in West-Europa. Tijdens zijn korte verblijf in Amsterdam – in 1919 vertrok hij naar het buitenland – verdiende hij zijn geld met het maken van advertenties voor drukkerij Kotting; daar werd hem ook de opdracht voor dit affiche gegeven. Het liefst liet Pieck zich tot tekenen inspireren in café-chantants en achter de coulissen. Dat is ook wel te zien aan het mannetje van de vluchtheuvel, hij lijkt zo weggelopen uit het variététheater.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Pieck geïnterneerd in concentratiekamp Buchenwald, omdat hij in het verzet zat. In zijn atelier werden illegale kranten, waaronder "De Waarheid" gestencild. Ook in Buchenwald tekende hij. Het NIOD bewaart een collectie indrukwekkende schetsen en tekeningen die hij maakte van de verschrikkelijke omstandigheden in het kamp.
Verder lezen?
- Paul Arnoldussen & Hans Olink. Twee broers, drie levens. Henri & Anton Pieck. Bas Lubberhuizen, Amsterdam 2008
- Hubertien J.E. Hermans, Een monster loert … . De collectie historische gezondheidsaffiches van de Universiteit van Amsterdam. Amsterdam University Press, Amsterdam 2007
Marian Schilder werkte van 1988 tot 2017 bij de Universiteit van Amsterdam. Eerst als conservator van Universiteitsmuseum De Agnietenkapel en later als hoofd en projectleider tentoonstellingen bij het Allard Pierson Museum.
Dit artikel verscheen eerder in de Uitdienstbode. Periodiek voor de leden van de Kring UvA-senioren van de Universiteit van Amsterdam, 2020-3