Tussen het Koningsplein en de Munt dreef de Hongaarse emigrant Marcel Tolnai jarenlang naast zijn ontwerpstudio een aanverwante winkel. Meer precies speelde dat van eind jaren twintig tot begin jaren vijftig van de vorige eeuw. Eerst had hij een winkel in etalagedecoratie in de Reguliersdwarsstraat bij het Koningsplein en na de Tweede Wereldoorlog, met een compagnon, een vulpenwinkel aan de Bloemensingel bij de Munt. Nu is hij in kleine kring nog bekend vanwege zijn sympathieke handboekje Letters voor moderne reclamekunst.
De joodse communist Marcel Tolnai (Szeged, 1891‒Amsterdam, 1966) verruilde in 1924 met zijn vrouw Iréne Kövesi het politiek instabiele Boedapest voor Nederland. Tolnai werkte toen als tekenaar bij Nordisk Film, een internationaal opererende filmstudio. Na enige jaren vestigde het paar zich definitief in Amsterdam en in 1938 werd Marcel genaturaliseerd. Naast zijn werk als reclametekenaar en -docent dreven hij en zijn vrouw de winkel in de Reguliersdwarsstraat. Net als verfwinkels verkochten ze ook letterboeken, waaronder het Speedball Textbook van de Amerikaanse Hunt Pen Company.
Deze betaalbare, regelmatig geüpdatete inleiding was toen nog specifiek gericht op jonge professionals in het reclamevak, die tekst met pen of penseel moesten leren schrijven en tekenen: ‘Anyone who can write can learn to letter, for no unusual talent is needed. Students who invest sufficient time to master the fundamentals as presented in this manual will enjoy richer returns on their investment than can be derived from any similar investment in the allied arts’ (13th rev. ed., 1938).
De Duitse bezetting bracht de klad in de import vanuit de Verenigde Staten. Dit zal de reden zijn geweest dat Tolnai het aandurfde zelf een soort Speedball-boekje samen te stellen en uit te geven. Letters voor moderne reclamekunst verscheen in maart 1941 en Amaco op de Egelantiersgracht drukte het. Zetwerk (met loden letters) kwam er niet aan te pas want het bestond geheel uit handschrift: '54 bladzijden voorbeelden van letters. Allen met de hand geschreven'. Waarschijnlijk vormde het Amerikaanse Studio handbook (1927) van Samuel Welo hiervoor de inspiratie; dat was ook 'hand lettered from cover to cover'. Tolnai behandelt twee technieken voor het maken van reclameplaten. De eerste (snelle) techniek is de ‘doorgaande streek’, de tweede, meer arbeidsintensieve, ‘met pen of penseel omlijnd’. Hij schrijft en tekent daarbij met vaardige hand praktische voorbeelden en alfabetten in vele uiteenlopende stijlen: van art-decoletters en geometrische schreeflozen tot letters in Amerikaanse ‘plakkaatstijl’. De pagina's met mini-etalagekaarten lijken ook ontleend aan de Speedball-boekjes. Vermoedelijk vanaf 1942 hebben Tolnai en zijn vrouw ondergedoken gezeten. De vijfde druk uit 1946 werd overgenomen door de Wed. Ahrend & Zoon in Amsterdam.
Het Speedball Textbook richt zich niet langer op de reclametekenaar. Dat beroep is uitgestorven. De 25ste editie (2021), samengesteld door Carl Rohrs en anderen, weerspiegelt vooral contemporaine trends in kalligrafie, met bijzondere aandacht voor de spitse pen. De verschillende stijlen worden getoond met werk van internationaal bekende kalligrafen, onder wie de Nederlander Elmo van Slingerland (met een brede-pen-romein). De dollarprijs van 15,99 hoeft niemand van aanschaf te weerhouden, al vormt het dunne, gecoate papier wel een beetje een afknapper. Maar wie enigszins in het onderwerp is geïnteresseerd, kan zich aan deze 25ste editie echt geen buil vallen.