Door: Mieke Beumer
Op 6 april 2002 gaf de Indiase overheid een postzegel uit ter herinnering aan twee dappere broers Sido Murmu en Kanhu Murmu. Zij waren de leiders van een opstand die uitbrak op 30 juni 1855: nu nog bekend en jaarlijks gevierd als de Santhal Hul. De Santhals zijn de inheemse bewoners van de huidige deelstaat Jharkhand in noord-oost India en aangrenzende streken. Zij rebelleerden toen zowel tegen de onderdrukkende Britse koloniale machthebbers, als tegen de door de Britten gebruikte zamindars, belastingheffers en corrupte landeigenaars die de Santhals van hun land beroofd hadden.
Op 10 januari 1992 – tien jaar voor het verschijnen van de postzegel – was een nieuwe universiteit opgericht in Dumka, de hoofdstad van het Santhal-district van Jharkhand. Zij werd genoemd naar de legendarische rebellenleider Sido Murmu en zijn broer Kanhu: Sido Kanhu Murmu University (SKMU). Toen ik de postzegel recent op internet zag, was ik verrast: een van de afgebeelde mannen kwam me bekend voor. Waar had ik die eerder gezien?
In 2006 werkte ik in de Artis Bibliotheek mee aan de voorbereidingen voor een digitaliseringsproject van vele duizenden afbeeldingen. De Iconographia Zoologica – kortweg ‘IZ’ genoemd – is een 19de-eeuwse papieren beelddatabank met zoölogische prenten en tekeningen, systematisch geordend naar taxonomie. Het is een samenvoeging van verschillende bestaande collecties. De door de Utrechtse hoogleraar Van Lidth de Jeude samengestelde Atlas Zoologique was hiervan de belangrijkste.
De Haagse zoöloog Robert T. Maitland wist deze Atlas in 1866 op een veiling te verwerven als aanvulling op zijn eigen beeldverzameling. Nadat hij zijn collectie in 1881 aan het Zoölogisch Genootschap ‘Natura Artis Magistra’ had verkocht, kreeg hij de opdracht deze samen te voegen met de beeldcollecties van het genootschap en opnieuw te systematiseren volgens de laatste stand van wetenschap. De afbeeldingen zijn vooral losse prenten en uitgeknipte illustraties (en teksten) uit tijdschriften en boeken, soms tekeningen. Ze zijn geplakt op een blad papier in kwarto-formaat, en aangevuld met handgeschreven notities.
Ook de Homo sapiens is in de IZ opgenomen als onderdeel van het dierenrijk en wel bovenaan in de hiërarchie en vooraan in de rij houten dozen, die als boeken op de plank stonden. Deze drie boekdozen gaf Maitland de rugtitels ‘BIMANA Homo sapiens I’, ‘BIMANA Homo sapiens II’ en ‘BIMANA Homo sapiens III’. De oorspronkelijke volgorde is in de loop der tijd op de planken verloren gegaan, waardoor de huidige, recent toegekende doosnummers 194, 195 en 196 geen recht doen aan deze 19de-eeuwse hiërarchie.
De dozen I en II bestemde Maitland voor afbeeldingen van mensen uit de hele wereld, geordend naar herkomst in omslagen met handgeschreven titels: ‘Europa’, ‘Afrika’, ‘Maleisische Archip.’, ‘Esquimaux. Kamschatka’, ‘Arabieren. Abyssinië’, ‘Oost-Indië. China. Japan’, ‘Australië’ en ‘Amerika’.
Deze indeling week duidelijk af van de eerder door Van Lidth de Jeude gemaakte in zijn Atlas Zoologique. Daar werd de map ‘De la diversité des types du genre humain’ nog naar kleur ingedeeld: ‘la race blanche (Circassien)’, ‘la race jaune (Mongole)’, ‘la race brune (Malaise)’, ‘la race rouge (Américaine)’, en ‘la race noire (Négre)’. In doos III bevinden zich afbeeldingen van menselijke anatomie, gelaatsuitdrukkingen, voortplanting en afwijkingen. Deze nam Maitland ongewijzigd over uit de Atlas Zoologique, inclusief de oude omslagen.
Maitlands zorgvuldige systematische ordening heeft de 20ste eeuw niet ongerept overleefd. Zo vond ik in doos I in het omslag ‘Maleisische Archipel’ niet alleen twee verdwaalde afbeeldingen met Persie als geografische aanduiding, maar ook een blad met landaanduiding Hindostan.
Op dit blad zijn twee knipsels geplakt, elk met een afbeelding van een Indiase man. De knipsels zijn afkomstig uit The Illustrated London News van 23 februari 1856, pagina 200, zoals bovenaan het blad staat geschreven. Het gedrukte onderschrift op het linkerknipsel luidt: ‘Seedhoo Manghee, chief of the Santhal rebels. Sketched from life.’ Op het rechterknipsel staat: ‘The Santhal rebel, Singra.’ Meer informatie geeft het niet, en was destijds ook niet nodig: het ging om voorbeelden van de menselijke soort.
Nieuwsgierig naar de context van de twee knipsels zocht ik de betreffende editie van The Illustrated London News erbij. Onder de kop ‘Suppression of the Santhal insurrection’ begint een uitgebreid verslag van het hoe en waarom van de in november 1855 bloedig onderdrukte opstand, waarbij 15.000 Santhals werden gedood, en tientallen dorpen werden verwoest. Het verslag geeft ook informatie over de tot dan weinig bekende inheemse bevolkingsgroep. Als bron wordt genoemd de notities van een officier van het Bengaalse leger die al langer contact had met de Santhal bevolking. Deze niet met name genoemde officier leverde ook de tekeningen waarnaar de houtgravures werden gemaakt ter illustratie.
Het vervolg van de tekst is geïllustreerd met twee prenten met de bijschriften: ‘Attack by 600 santhals upon a party of 50 sepoys, 40th regiment native infantry’ en ‘Hill village in the santhal country’. De pagina daarnaast toont één grote illustratie: ‘The 45th regiment, native infantry, burning a santhal village and recovering plunder’.
De tekst gaat verder op de rijk geïllustreerde pagina 200. Een prent heeft als bijschrift: ‘Searching for Santhal rebels’, twee andere laten de wapens zien waarmee de opstandelingen waren uitgerust: pijl-en-boog, messen en bijlen. Bovenaan op deze bladzijde zien we ook de ons bekende twee portretten van de gevangen genomen rebellen: Seedhoo Manghee en Singra.
Over Singra staat in de tekst alleen vermeld dat hij: ‘… presents a good type of the Santhal physiogonomy in general.’ Over Seedhoo Manghee is meer bekend. Zijn naam is Sidhu Murmu. Hij wordt hier Sidhu Manji genoemd: Sidhu de leider, de aanvoerder. Samen met zijn broers Kanhu, Chand, Bhairat, Jhano en Phulo begon hij de opstand in juni 1855. Op 24 juli werden Sidhu, zijn broer Kanhu en vele anderen gevangen genomen, en later door ophanging geëxecuteerd.
Het naar het leven getekende portret van Sidhu Murmu uit The Illustrated London News is iconisch geworden. Het wordt nog steeds gebruikt, en diende als voorbeeld voor de postzegel uit 2002, maar ook voor beelden, boekillustraties en filmkarakters. Inmiddels is bekend dat het portret is gemaakt door Walter Stanhope Sherwill (1815–1890), evenals de vele andere tekeningen die voor houtgravures in The Illustrated London News zijn gebruikt. Hij was de in de tekst genoemde officier van het Bengaalse leger die verslag deed van de Santhal-opstand.
Sherwill werkte van 1834 tot 1861 in dienst van de East India Company als landmeter, tekenaar, kaartenmaker, en als grenscommissaris in het noord-oosten van India. Hij had hierdoor veel contact met de inheemse bevolking en kennis van het gebied. Sherwill was al sinds 1851 correspondent voor The Illustrated London News. Als maker van de tekeningen staat hij bij de illustraties soms vermeld als ‘Stanhope’, zijn pseudoniem. Tijdens de Santhal-opstand functioneerde hij vooral als gids, met de rang van luitenant-kolonel. In 2016 verscheen er een boek over hem en zijn werk, bij de door Santhals opgerichte Indiase uitgeverij Adivaani.
De herinnering aan de opstand van de Santhals – de Santhal Hul, nu meer dan 150 jaar geleden – leeft nog steeds en wordt jaarlijks gevierd. De geschiedenis is vastgelegd in monumenten en standbeelden, en wordt doorgegeven in publicaties, kinderboeken, films en verhalen.
Opmerkelijk dat uitgerekend deze rebellen door Robert T. Maitland in de Iconographia Zoologica zijn opgenomen als enig voorbeeld voor bewoners van ‘hindostan’. De oorspronkelijke bewoners van India – adivasi of scheduled tribes genoemd – zullen het als compliment beschouwen dat Maitland deze legendarische vrijheidsstrijder een ereplek in de Iconographia Zoologica heeft gegeven, en hiermee in de Artis Bibliotheek, Allard Pierson | De collecties van de Universiteit van Amsterdam.
Mieke Beumer studeerde kunstgeschiedenis aan de UvA en werkte vanaf 1977 bij de Universiteitsbibliotheek als catalograaf affiches, vakreferent-informatiespecialist, tentoonstellingscoördinator en van 2005 tot 2011 als adjunct-conservator van de Artis Bibliotheek. Ze is daar nu gastonderzoeker en houdt zich bezig met verschillende nog niet beschreven plantentekeningen, handschriften en andere verrassende ‘vondsten’.