Na de hype van het inkleuren, enkele jaren geleden, groeide handlettering uit tot de nieuwste hype. Iedere boekwinkel heeft nu wel enkele van deze how-to uitgaven voor ‘creatieve volwassenen’. Ook commercieel wordt handlettering weer meer en meer toegepast: op huisdeuren, winkelruiten en gevels bijvoorbeeld. In de hipsterhoreca zijn wandborden vaak professioneel met de hand geschreven. Lokaal is goed werk te zien van onder meer Martijn Krabman en het collectief Amsterdam Signpainters. Maar let op: er zijn fonts die het handwerk van de letterschilder verbluffend knap kunnen imiteren.
Voor grafisch ontwerpers was in het tijdperk vóór de Mac (uit 1984) een zekere vaardigheid in handlettering gewoon een must. Men tekende bijvoorbeeld voor een opdrachtgever moeiteloos een concept voor een boekomslag alsof het al was gedrukt. Gaade’s gids voor de grafisch werktekenaar uit 1983 is een van de laatste handboeken die deze pre-digitale wereld beschrijft. Het analoge gereedschap bestond uit lichtbak, linialen, potloden en penselen, pincet, snijmesjes, rubbercement (montagelijm) en, om te corrigeren, dekwit. Vanaf de jaren zestig kon de ontwerper zelf titels en koppen maken met afwrijfvellen. Letraset en Mecanorma brachten die in de handel.
Voor kunst- en designhistorici heeft het analoge tijdperk één groot voordeel: het ontwerp- en productieproces is soms bewaard gebleven en zo goed te reconstrueren. Kwetsbaar is dit materiaal natuurlijk wel. Het dekwit (een hooggepigmenteerde plakkaatverf) laat los, en het rubbercement is vaak verdroogd en heeft het papier verkleurd. Net als het doorzichtige plakband, dat is gedegradeerd. Fragmenten raakten zo in de loop der tijd vaak los of zoek.
Een van de vele ontwerpersarchieven bij het Allard Pierson is dat van Gerrit Noordzij (*1931). Het is in 2012 verworven. Noordzij startte in de jaren vijftig als grafisch ontwerper en gebruikte voor zijn boekomslagen geen bestaande maar nieuwe, eigen letters. De jaren vijftig waren het decennium van het handbeletterde omslag. Bekend uit die periode zijn de door Helmut Salden voor uitgeverij Van Oorschot getekende stofomslagen, onder andere die voor de Russische Bibliotheek. Bij de generatie na Salden was er geen lettertekenaar zo innovatief als Noordzij. In het archief zijn naast definitieve werktekeningen – cameraready modellen – ook een aantal schetsontwerpen bewaard gebleven, mogelijk presentatiemodellen voor de uitgever. Ze laten zien hoe knap en met hoe weinig correctie Noordzij kon tekenen. Hij was later een invloedrijk docent aan de Haagse Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Noordzij’s opvattingen over het maken van lettervormen zijn door lesgevende oud-studenten en door zijn inmiddels in tal van talen verschenen publicatie De streek (1985) internationaal invloedrijk, tot op de dag van vandaag. Een Engelstalige heruitgave verscheen vorig jaar als The Stroke: theory of writing. Veel boeiender dan alle nieuwe kassaboekjes over handlettering!