Onlangs heeft het Allard Pierson twee kaarten aangekocht uit een roerige staatkundige periode in de Nederlandse geschiedenis direct na Napoleons nederlaag. Een ervan is vermoedelijk de eerste kaart van het Koninkrijk der Nederlanden zoals dat bij het Congres van Wenen in 1815 is ontworpen; de andere kaart is een latere uitgave ervan uit 1821.
De Franse tijd en de periode direct daarna waren een nachtmerrie voor kaartenuitgevers. Waren onder Napoleons heerschappij de grenzen in Europa al verschillende keren hertekend, na zijn nederlaag bij Leipzig in 1813 en daarop volgende troonsafstand begin 1814 werd het nog een graadje echter. Met Napoleon veilig (dachten ze) op Elba vonden de toenmalige grootmachten Pruisen, Oostenrijk, Rusland en het Verenigd Koninkrijk het nodig de kaart van Europa grondig te hertekenen. Enkelen wilden wel de oude situatie herstellen, maar de meerderheid vond een vereenvoudiging van de Europese grenzen hard nodig. Om dit te bereiken kwamen afvaardigingen van deze landen in oktober 1814 te Wenen bijeen. Na een paar maanden waren ze eruit en kon de overeenkomst op 9 juni 1815 voorgelezen worden (ruim een week vóór Napoleons nieuwe en ditmaal laatste nederlaag bij Waterloo). Een van de zaken waartoe besloten werd was de oude Republiek der Verenigde Nederlanden samen te voegen met de Oostenrijkse Nederlanden tot een nieuw Koninkrijk der Nederlanden. De oostgrens van dit nieuwe koninkrijk moest helemaal opnieuw vastgelegd worden. Artikel 66 van het besluit beschrijft de nieuwe grens. Het volgende fragment uit de tekst betreft de vaststelling van de oostgrens van Zuid-Limburg:
...en partant de ce point, la ligne suit celle qui sépare ces deux derniers départemens [Meuse Inférieure et de la Roer] jusque là où elle touche à la Worm (rivière ayant son embouchure dans la Roer), et longe cette rivière jusqu'au point où elle atteint de nouveau la limite de ces deux départemens, poursuit cette limite jusqu'au midi de Hillensberg (ancien département de la Roer), remonte de là vers le nord, et, laissant Hillensberg à droite, et coupant le canton de Sittard en deux parties à peu près égales, de manière que Sittard et Susteren restent à gauche, arrive à l'ancienne territoire hollandais...
(... vanaf dit punt volgt de lijn degene die deze laatste twee departementen scheidt [Beneden-Maas en Roer] tot waar deze de Worm (rivier die uitmondt in de Roer) raakt, en volgt deze rivier tot bij het punt waar het weer de grens van deze twee departementen bereikt, dan zet deze grens zich voort tot ten zuiden van Hillensberg (voormalig departement Roer), gaat vandaar omhoog naar het noorden, en, Hillensberg rechts latend en het kanton Sittard in twee min of meer gelijke delen doorsnijdt, zodat Sittard en Susteren aan de linkerkant blijven, komt aan het oud Hollandse grondgebied...).
Verderop stond nog dat tussen Roermond en Mook de grens met Duitsland 'suivra de course de la Meuse, à une distance de la rive droite telle, que tous les endroits qui ne sont pas éloignés de cette rive de plus de mille perches d'Allemagne [Rheinlændische Ruthen], appartiendront avec leurs banlieues au royaume des Pays-Bas' (de loop van de Maas volgt, op een zodanige afstand van de rechteroever dat alle plaatsen die niet verder verwijderd zijn van deze oever dan duizend Duitse 'perches' [Rijnlandse roeden], met hun voorsteden zullen behoren tot het koninkrijk van de Nederlanden).
En met dit soort informatie moest dan een kaart getekend worden... Bovendien zijn er pas ruim een jaar later nadere afspraken gemaakt, waarbij delen van de grens nog preciezer werden omschreven, vastgelegd in de grenstractaten van Aken en Kleef op respectievelijk 26 juni en 7 oktober 1816.
Direct na afloop van het Congres van Wenen (en Napoleons definitieve nederlaag) wilden de bewoners wel weten in welk land ze kwamen te wonen, en hoe de grenzen van dat land verliepen. Kaartenuitgevers wilden natuurlijk in die behoefte voorzien, maar hoe moet je een kaart maken op basis van dit soort beschrijvingen? De kaarten van de Nederlanden die tussen 1813 en 1816 zijn uitgegeven zijn doorgaans gewijzigde staten van kaarten met de grenzen van vóór 1795, maar dan wel voorzien van nieuwe grenzen, namen en regionale indelingen. Hiermee werd beoogd de geografische situatie zo goed mogelijk weer te geven, maar bij publicatie waren de kaarten veelal al weer verouderd.
Het Geographische Institut te Weimar had een naam bedacht voor de kaarten die een dergelijke voorlopige staatkundige indeling te zien gaven: interimkaarten. Heel kort na afloop van het Weense congres publiceerde het instutuut zijn Interims-Charte von dem Königreich der Niederlande nebst den königl. Preussisch. Grossherzogthume Niederrhein, den Herzogthümern Cleve Berg und Geldern, dem Fürstenthüme Moers und der Grafschaft Essen und Werden, nach den auf dem Wiener Congress bestimten aüsseren Grenzen. De kaart toont behalve de Nederlanden ook de nieuwe Pruisische provincies Gulik-Kleef-Berg en Neder-Rijn. Voor de kaart wordt al op 15 juni 1815 (drie dagen vóór Waterloo!) geadverteerd. Dat betekent dat het Geographische Institut Weimar heel weinig tijd had de kaart gereed te krijgen - hoewel aangenomen mag worden dat vóór het eind van het congres al het een en ander was uitgelekt. De kaart is dan ook enigszins haastwerk. Voor het noordelijk deel is een oudere kaart van het Koninkrijk Holland aangepast (wat onder meer te zien is aan het feit dat Oost-Friesland er helemaal op staat), terwijl de zuidelijke provincies op een nieuwe koperplaat gegraveerd zijn. Omdat de zuidelijke provincies zich meer westelijk uitstrekken, vertoont het linkerkader een knik.
Kort geleden heeft het Allard Pierson een exemplaar van deze kaart aan kunnen schaffen bij een Duits antiquariaat. Precieze vergelijking van ons exemplaar met twee exemplaren in de Duitse Staatsbibliotheek bracht aan het licht dat ze alle drie verschillen vertonen, onder andere in de omgeving van Sittard-Roermond, waarvan het grensverloop hierboven beschreven is. Op beide Berlijnse kaarten staat Susteren als Duits aangegeven, op ons exemplaar is het Nederlands. Een ander verschil is de grens tussen de beide Pruisische provincies.
Enige jaren later was de staatkundige situatie voldoende gestabiliseerd (dacht men) en kon het Geografisch Instituut te Weimar een nieuwe uitgave maken. Beide bladen van de kaart kregen een eigen titel: Charte von Holland oder dem nördlichen Theile der Niederlande en Charte von Belgien und dem Grosherzogthume Luxemburg oder der südliche Theile der Niederlande. Ze konden zowel los gebruikt worden als aan elkaar geplakt. De kaarten zijn helemaal bijgewerkt met de inmiddels vastgestelde grenzen en de juiste provinciale indeling. In de Geographische Ephemeriden wordt de uitgave van deze bladen in 1817 aangekondigd, er zijn alleen exemplaren uit 1821 bekend. Het noordelijk blad heeft het Allard Pierson onlangs bij een Italiaans antiquariaat kunnen aanschaffen.
In de jaren dat het (grote) Koninkrijk der Nederlanden bestond (1815-1830/39) zijn er minstens 250 kaarten van het koninkrijk verschenen, veelal in (school)atlassen, (school)boeken, geografische overzichtswerken. Ik ben een publicatie aan het voorbereiden - maar het kan nog wel een paar jaar duren voor die gereed is - over deze kaarten. Het is echter niet eenvoudig een goed overzicht te krijgen, en nog moeilijker om aan goede afbeeldingen te komen. Google-books en veilingsites zijn voorlopig de voornaamste bronnen. Dus, als iemand van de lezers van deze blog een boek met zo'n kaart kent, of zelf bezit, laat het mij weten, liefst met een foto of scan van kaart en titelpagina van het boek.