In 1902, bij het overlijden van Pieter Roelfz Bos (van de Bosatlas!), schrijft Henri Zondervan in het Tijdschrift van het Aardrijkskundig Genootschap (TAG) diens in Memoriam, en daarvoor was hij bij uitstek geschikt: net als Bos had hij de opleiding MO aardrijkskunde gedaan, was hij in Warffum aardrijkskundeleraar geweest (hij zou daarna Bos ook opvolgen in Groningen, bij de Rijks HBS), en Zondervan was evenals Bos als auteur verbonden aan uitgeverij Wolters. Maar bovendien was hij een van de weinigen in Nederland die in staat was Bos’ cartografische prestaties met de Bosatlas recht te doen: Zondervan was de auteur van het oudste cartografie-leerboek, de Proeve eener Algemene Kartografie (met een K!) ter wereld. In de inleiding schrijft Zondervan: “Zoo had ik geen voorganger op dit gebied, die mij tot leidraad zou kunnen strekken, zelfs niet in het buitenland.”
De Duitse cartograaf Alois Bludau, beaamt dat, als hij het boek uit 1899 bespreekt, „dass es sich hier um ein Buch handelte, dem die deutsche Literatur nichts Gleiches entgegenstellen könnte “(Geographische Zeitschrift, Band V). Dat bracht de Leipziger uitgever B.G.Teubner ertoe het boek van Zondervan in Duitse vertaling uit te gevel als Allgemeine Kartenkunde, eine Abriss ihrer Geschichte und ihrer Methoden (1901). Het gaat hier om het eerste cartografie-leerboek dat meer doet dan kaartprojecties beschrijven: het bevat ook hoofdstukken over topografische en geografische kaarten, de nieuwste stand van reproductietechnieken (Zondervan interviewde hiervoor zelfs Charles Eckstein, de directeur van de Topografische Dienst die innovatieve reproductie procedés ontwikkelde), kaartgebruik en de eisen die men aan schoolatlassen moet stellen. De methoden van de thematische cartografie ontbreken nog, maar het hele boek ademt de intentie duidelijk leesbare kaarten te vervaardigen. De meeste van Zondervans publicaties zijn bij Allard Pierson | De Collecties van de UvA voorhanden. Uiteraard maakt ook het Tijdschrift van het Aardijkskundig Genootschap deel uit van de omvangrijke KNAG-bruikleen, die al in 1880 aan de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek wird toevertrouwd.
Zondervan was in 1864 in Maastricht geboren, als tiende kind – een nakomeling! - van een joodse opticien. Zijn oudere broers betalen zijn opleiding: eerst op de gemeentelijke HBS in Maastricht (eindexamen in 1883) en vervolgens de opleiding MO-aardrijkskunde bij Prof Kan in Amsterdam (hij werd toegelaten tot het examen in 1886). Hij zal vanwege broederdienst zijn dienstplicht hebben ontlopen, en wordt aardrijkskundedocent; eerst als waarnemend leraar aan de handelsschool in Amsterdam, dan in Bergen op Zoom (in 1893 krijgt hij een vaste aanstelling), en tegelijk als leraar geschiedenis in Goes (1896).
Vervolgens wordt hij benoemd in Warffum (1898), waar hij al snel geografische bijdragen gaat schrijven die in gerenommeerde bladen worden gepubliceerd: over Marokko in Vragen van de dag, over Timor in het TAG (190pp!), over Abessinië in de Tijdspiegel, in School en Studie over Noordpoolreizen, en over Bangka in de Indische Gids. Vanaf 1888 publiceert hij regelmatig in het TAG, en hij zal later ook regelmatig bijdragen schrijven voor het latere Tijdschrift voor economische en sociale geografie (TESG), tevens voor Duitse tijdschriften (Ausland, PGM, Deutsche Rundschau für Geographie und Statistik). Hij blijft 4 jaar in Warffum, in 1902 wordt hij benoemd tot leraar aardrijkskunde aan de Rijks HBS in Groningen, waar hij tot zijn pensionering in 1930 zal blijven werken.
Naast zijn cartografische belangstelling (hij blijft, ook m.b.t. de Bosatlas, rake cartografische kritieken schrijven) heeft in zijn artikelen het onderwijs zijn grootste belangstelling, hij behandelt met name de leermiddelen, de opleiding tot aardrijkskundeleraar en de onderwijs-wetgeving; Zondervan heeft later ook zitting in secties die het academisch statuut voor de opleiding voorbereiden. Hij wordt vaste medewerker van het Tijdschrift voor het Onderwijs in de Aardrijkskunde, en het Tijdschrift voor Geschiedenis, Land- en Volkenkunde, hij draait mee als lid van het bestuur van het KNAG, en organiseert mede tentoonstellingen voor hulpmiddelen bij het aardrijkskundig onderwijs (in het Stedelijk museum in Amsterdam). Hij is bovendien in 1917 medeoprichter van een vereniging van leraren aan Rijks hogere burgerscholen.
Net als Bos produceert hij leerboeken voor Wolters: (Beginselen der algemeene) Natuurkundige aardrijkskunde (1896), over de koloniën, en over de Wereld buiten Nederland. Maar het meest bekend is hij vanwege zijn betrokkenheid bij de productie van schoolplaten. Mogelijk omdat hij zoveel geschreven heeft over de eisen die aan deze schoolhulpmiddelen gesteld moeten worden, wordt Zondervan door de Firma Wolters benaderd de teksten te schrijven van een serie schoolwandplaten over het verkeer Het wereldverkeer in woord en beeld (1909), vervolgens de serie Insulinde in woord en beeld (1912) en daarna Europa in woord en beeld (1925). Op bijgaande plaat van de Anai-kloof van Bleckmann heeft Isings later (volgens Hella Haasse, Bij de les 2004) een spoorbrug met trein en voorbijgangers toegevoegd; dat paste beter bij de didactische opzet van Zondervan.
Eenmaal in Groningen aangeland, en inmiddels een publicist van naam, wordt Zondervan gevraagd de redactie van de derde editie van de Winkler Prins encyclopedie op zich te nemen(1905-1912); hij zal datzelfde doen voor de vierde editie (1914-1922) en in 1930 een Nederlandse editie van de kleine Brockhaus-encyclopedie redigeren. Daarnaast heeft hij de redactie van een aantal drukken van het Kramers Algemeen verklarend woordenboek en het Algemeene Kunstwoordenboek verzorgd. Door al die nevenactiviteiten en – naar mag worden aangenomen ook de nodige bijverdiensten - moet Zondervan een vermogend man zijn geworden.
Dat redactie-werk alleen al zou velen al voldoende zijn naast de leraarsbaan, maar Zondervan weet daarnaast ook andere originele bijdragen te genereren (zoals in 1928 Het spel bij dieren, kinderen en volwassen mensen) en compilatiewerk samen te stellen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog en de daardoor ontstane voedselschaarste verricht hij bijv. ook studies naar de verbreiding van landbouwgewassen.
Naast het unieke cartografie-leerboek heeft Zondervan veel gedaan voor de verbreiding van onze kennis van Nederlands-Indië (er is bijna geen onderdeel hiervan waar hij niet over geschreven heeft, en zijn artikelen in de Winkler-Prins encyclopedie hierover zijn ook apart uitgegeven), en met zijn schoolplatenseries zit hij blijvend in onze beeldvorming verankerd.
Wanneer hij in 1930 na zijn pensionering naar Zeist verhuist, naar een villa in de deftige Lyceumwijk, blijft hij nog actief als gecommitteerde bij examens en als schrijver. In de oorlog wil hij niet onderduiken, hij wordt in 1942 naar Westerbork gevoerd en vermoord in Auschwitz. Zijn In Memoriam is bij mijn weten nog niet verschenen.
Over de auteur:
Em. hoogleraar prof. dr. Ferjan Ormeling maakt deel uit van het Explokart team dat zich bezighoudt met het bevorderen van de historische kartografie in alle facetten. Van 1985 tot 2009 was Ormeling hoogleraar kartografie aan de Rijksuniversiteit in Utrecht. Hij gaf colleges over atlaskartografie, milieukartering, kartografische theorievorming, historische kartografie, kaartredactie en kaartproductie. Eerstejaars studenten geografie kregen van hem het college 'Grafische grammatica'. Als motor van een van de weinige kartografische opleidingen in Nederland was hij ruim twee decennia het boegbeeld van de kartografie in Nederland. Hem werden in de loop der jaren meerdere buitenlandse eredoctoraten toegekend. In 2017 fungeerde hij als voorzitter van de 11e United Nations Conference on the Standardization of Geographical Names in New York.
Literatuur: Ferjan Ormeling - The development of cartography manuals in Western Europe: Henri Zondervan. In: Development of Ideas and Methods in Cartography: Materials of the Commission's Meeting in Kaliningrad (August, 2006) / International Cartographic Association, Commission on History of Cartography; ed. Alexey Postnikov. Moscow: Russian Academy of Sciences, S.I. Vavilov Institute of the History of Sciences and Technology, 2006.