Originele publicatiedatum: 26 september 2018
Standbeeld van Hendrik de Zeevaarder in Sagres een plaatsje aan de uiterste zuidwestpunt van Portugal. Hij kijkt uit over zee en wijst naar Afrika in het zuiden. Op de zeekaart in zijn linkerhand is de kust van Afrika te zien van Guinee zuidwaarts tot Kaap de Goede Hoop. Een anachronisme, want tijdens Hendriks leven kwamen de Portugezen slechts tot Kaap Verde.
Hendrik de Zeevaarder (1394-1460) was dé motor achter de Portugese ontdekkingsreizen in de tweede helft van de 15de eeuw. Hij was de derde zoon van de koning Johan I van Portugal en maakte als zodanig geen of weinig kans zijn vader op te volgen. Hij moest dus een andere bezigheid zoeken. Met zijn broers had hij in 1415 de stad Ceuta ingenomen. Ceuta aan de Afrikaanse noordkust tegenover Gibraltar was het eindpunt van de handelskaravanen uit West-Afrika. Die handel stopte na de verovering door de Christenen en dat bracht Hendrik op het idee zelf naar de bronnen van die handelsproducten te varen. Tevens bedacht hij dat het wellicht mogelijk was om óm het moslimgebied heen te varen, zodat een nieuwe kruistocht de moslims van de andere kant zou benaderen. Tevens hoopte hij op een verbond met de legendarische priester-koning Johannes, die ergens in Afrika resideerde. Plannen had hij dus genoeg!
Voor de uitvoering van deze plannen bouwde Hendrik – in Portugal gewoonlijk Infante Dom Henrique genoemd – in Sagres een zeevaartkundig centrum. Daar verzamelde hij deskundigen op het gebied van navigatie en kartografie. Vanuit de haven van het nabijgelegen Lagos werden expedities uitgerust langs de westkust van Afrika. Spoedig werden Madeira en de Azoren ontdekt en gekoloniseerd, daarna poogde men verder zuidwaarts langs Afrika te varen. Tijdens Hendriks leven bereikte men Kaap Verde en de Kaapverdische Eilanden. Hoewel Hendrik het zelf dus niet meer meemaakte legden deze tochten de grondslag voor de omzeiling van Kaap de Goede Hoop door Bartolomeu Dias in 1488 en uiteindelijk de vaarweg naar India door Vasco da Gama in 1498.
Vanzelfsprekend had dit grote gevolgen voor het wereldbeeld en de kartografie. De tochten van Dias en Da Gama bewezen dat de Indische Oceaan in open verbinding stond met de Atlantische Oceaan. Ptolemaeus, die sinds de Oudheid het wereldbeeld bepaalde, meende dat Zuid-Afrika en Oost-Azië door een landmassa met elkaar verbonden waren. De Indische Oceaan was daarmee een binnenzee en niet bereikbaar over de Atlantische Oceaan.
Zelfs op vakantie kan ik me toch niet helemaal losmaken van de oude kaarten. En omdat ik samen met mijn broer als hobby het fotograferen van standbeelden en andere monumenten heb, zie je vanzelf monumenten voor kartografen, geografen, ontdekkingsreizigers al dan niet voorzien van kaarten. In Portugal hebben we dan ook best wel veel standbeelden van Hendrik de Zeevaarder gezien (o.a. in Sagres, Lagos, en het grote monument voor de ontdekkingsreizen aan de Taag in Belém – hier een kaart met een overzicht). Maar er is slechts één plaats in de openbare ruimte waarin met behulp van de kartografie deze ontdekkingsreizen herdacht worden: het metrostation Parque in Lissabon.
In de jaren 1990 heeft de metro van Lissabon diverse kunstenaars opdracht gegeven op de metrostations door middel van kunst wat minder saai te maken. Voor het station Parque ging de opdracht naar de Belgische kunstenares Françoise Schein en de Frans-Chileense kunstenares Federica Matta. Zij kozen als thema de Portugese ontdekkingsreizen en de Rechten van de Mens (de reden voor die combinatie is me niet helemaal duidelijk, zie hierna). Zij bekleedden de wanden van het station met 450,000 tegels met daarop 50 kaarten, elk 4 x 3 meter, met de routes van de diverse Portugese ontdekkingsreizen (ook die van Columbus, alhoewel die uit Italië kwam en in dienst was van de Spaanse koning). Deze kaarten zijn versierd met tientallen kleine tekeningetjes met portretten van ontdekkingsreizigers, en exotische personen, producten en objecten. Ook is er een deel gewijd aan het Middeleeuwse wereldbeeld, waarop verschillende zgn. mappaemundi te zien zijn, de vroegste wereldkaarten. Zie voor meer afbeeldingen Statues Hither & Thither.
Een ‘bijkomend’ gevolg van de ontdekkingsreizen was dat de Portugezen toegang kregen tot de kusten van Guinee, en daar de grondslag legden voor de zeehandel in Afrikaanse slaven. Lagos (een stadje in zuid-Portugal, dus niet de naar deze stad genoemde havenstad in Nigeria) werd zo hèt centrum van de Europese slavenhandel – dat was wellicht de reden voor de kunstenaressen om in station Parque de ontdekkingsreizen met de rechten van de mens te combineren. Er is een kleine afbeelding van een slaaf – ‘escravo’ in het Portugees – te vinden. In Sagres is nog de overdekte markthal uit 1444 waar de slaven verhandeld werden (Mercado dos Escravos). Het is nu een klein museum, met in het plafond van de markthal een reproductie van een portolaan (een handgetekende zeekaart uit zuid Europa uit de 13e eeuw, waarop de kustlijnen heel gedetailleerd zijn getekend). De kaart is in negatief afgebeeld, met witte lijnen op zwarte ondergrond. De kaart die ervoor gebruikt is, is de kaart van Jorge de Aguiar uit 1492, de oudst bekende in Portugal gemaakte portolaan.
Dat staat nergens op een informatiebordje of in het toeristengidsje dat ik gebruikte. De meeste mensen die dit plafond zien, als ze er al naar kijken, zullen niet snappen wat er op staat. Dus, onthoud deze blog als U op vakantie naar de Algarve gaat en in Lagos terecht komt. De slavenmarkt is aan het grote plein aan de rivier, waarop ook een beeld van een zittende Hendrik de Zeevaarder staat – die overigens met zijn rug naar de slavenmarkt zit (zie de foto op deze link).