11 Oktober - 22 November

Historische Cartografie in Vogelvlucht

Uitverkocht
  • Datum 11 oktober - 22 november
  • Tijd 13:00 - 16:00
  • Prijs €275

Deze cursus is helaas uitverkocht. Wil je op de hoogte blijven van beschikbare plekken en van de volgende reeks in 2024? Meld je dan aan voor de wachtlijst.

De cursus Historische Cartografie in Vogelvlucht is terug van weggeweest. Vanaf 11 oktober is er zeven weken lang op woensdag een cursusmiddag, waarin telkens een ander aspect van historische cartografie wordt behandeld. Je leert over de technieken waarmee kaarten werden gemaakt en de context waarin dit gebeurde. Er komen verschillende cartografen uit de 16e eeuw voorbij, waaronder Jacob van Deventer, Abraham Ortelius en Gerard Mercator. Ook wordt ingegaan op de kartering van Nederland door de eeuwen heen, de geschiedenis van de atlas en het in kaart brengen van Amsterdam in plattegronden.

 

Uitverkocht
  • Datum 11 oktober - 22 november
  • Tijd 13:00 - 16:00
  • Prijs €275

Programma

Sprekers: Peter van der Krogt en Bram Vannieuwenhuyze

Historische cartografie heeft veel raakvlakken met andere vakgebieden en wetenschappen. In de tijd voordat luchtfotografie en GPS-systemen bestonden slaagden cartografen er toch in om een weergave van de omgeving en zelfs de wereld te maken. Tijdens deze sessie besteden we aandacht aan technieken die werden gebruikt bij het maken van kaarten, waaronder plaatsbepaling op zee, landmeettechnieken en druktechnieken. Omdat oude kaarten tijdgebonden uitdrukkingsmiddelen zijn, die we niet zonder kennis van hun context kunnen gebruiken, gaan we ook in op de toenmalige opvattingen bij het vervaardigen van kaarten. Wie waren verantwoordelijk voor het verzamelen van de informatie? Hoe is deze informatie verzameld? Voor welk doel werden de kaarten gebruikt?

Spreker: Peter van der Krogt

De oudste kaart waar Nederland op staat dateert al uit de Oudheid. Deze kaart toont slechts enkele rivieren en steden. Pas in de loop van de 16de eeuw komen er meer nauwkeurige kaarten van het Nederlandse grondgebied. In de tweede helft van de 19de eeuw is het hele koninkrijk nauwkeurig gekarteerd in de zogenoemde Stafkaarten en Bonneblaadjes.

Spreker: Bram Vannieuwenhuyze

Midden 16de eeuw bracht Jacob van Deventer ongeveer 250 steden uit de Lage Landen in kaart. Zowel de toenmalige binnensteden als het omliggende platteland werden minutieus opgemeten en gekarteerd. Jacob van Deventers stadsplattegronden vormen het startpunt van een lange traditie van topografische karteringen, waarbij landmeters, schilders en ingenieurs de kenmerkende aspecten van het landschap (bebouwing, wegennet, waters, bossen en struikgewas, reliëf, enzovoort) en eigendommen opmaten en in kaart brachten. Meestal gebeurde dit omwille van administratieve noden, juridische geschillen of militaire motieven. Tijdens dit college worden de belangrijkste kenmerken van oude topografische kaarten behandeld en een aantal kenmerkende voorbeelden toegelicht.

Spreker: Peter van der Krogt

Gerard Mercator (1512-1594) is de grootste wetenschappelijke cartograaf uit de Renaissance. Niet voor niets noemde zijn tijdgenoot Abraham Ortelius, uitgever van kaarten en atlassen, hem in 1570 de `Ptolemaeus van onze tijd’. Ook in onze tijd, 500 jaar na zijn geboorte, leeft Mercator voort in de cartografie: de projectie die hij voor zijn wereldkaart van 1569 koos heet nu nog steeds Mercatorprojectie, de naam Atlas die hij aan zijn in boekvorm gebonden reeks kaarten gaf, is de naam geworden voor elk boek met kaarten of platen, en de fraaie cursieve letter die hij gebruikte voor de plaatsnamen op zijn kaarten bleef eeuwenlang in gebruik voor het kaartschrift.
In een actieve periode van ruim 55 jaar heeft Mercator niet eens zo bijzonder veel kaarten geleverd. Latere 17de-eeuwse uitgevers overtreffen hem daarin vele malen. Maar de vernieuwingen die hij in zijn cartografische producten invoerde, maken het geringe aantal van die producten meer dan goed.

Sprekers: Marissa Griffioen & Anne-Rieke van Schaik

Tegenwoordig gebruikt vrijwel iedereen (digitale) kaarten om onderweg te navigeren. Maar in het verleden was het meenemen van een kaart op reis helemaal niet zo gebruikelijk. Wel werden kaarten op vele andere uiteenlopende manieren gebruikt, bijvoorbeeld bij wetenschappelijk onderzoek door geleerden, ter illustratie in een boek of als pronkobject aan de muur. Waar oude kaarten in het verleden voor dienden, vertelt ons meer over hun culturele en historische waarde. Welke kaarten werden bijvoorbeeld veelvuldig gebruikt, waarom en door wie? In dit college laten we enkele uiteenlopende kaarttypes en -vormen zien die elk een eigen functie en soort gebruik hadden. Daarnaast demonstreren we aan de hand van enkele opvallende ‘gebruikte’ kaarten en atlassen uit de collectie van het Allard Pierson welke sporen van kaartgebruik je tegen kunt komen en hoe je deze kunt interpreteren.

Spreker: Peter van der Krogt

We beginnen deze sessie met de vraag wat een atlas eigenlijk is. Daarna komt de geschiedenis van de atlas aan bod. De eerste ‘echte’ atlas is het Theatrum Orbis Terrarum van Abraham Ortelius, uitgegeven in 1570. Nederlandse uitgevers, eerst in Antwerpen en vanaf ca. 1600 in Amsterdam, zijn  eind 16de eeuw en in de eerste helft van de 17de eeuw marktleiders op het gebied van atlassen. Het hoogtepunt is de uitgave door Joan Blaeu van de Atlas Maior in 1662, bestaande uit elf grote folio banden met ongeveer 600 kaarten.

Spreker: Reinder Storm

Verdere informatie over deze sessie volgt nog.