De privébibliotheek van William Morris (1834-1896), socialist en geestelijk vader van de Arts en Crafts-beweging, viel na zijn dood uiteen. Zijn boeken komen her en der weer tevoorschijn in openbare collecties, zoals in het Allard Pierson. Ook de Koninklijke Bibliotheek heeft exemplaren uit deze verzameling; Paul van Capelleveen schreef erover op zijn website Ligatuur. Morris had een voorkeur voor handgeschreven en gedrukte werken uit de late middeleeuwen, vanwege de vormgeving en de erin gebruikte letters. Ze vormden de inspiratie voor zijn eigen Kelmscott Press, die op de handpers gedrukte boeken ging uitgeven. Een reconstructie van zijn boekenbezit is te vinden op de website The Library of William Morris. Het Allard Pierson bezit in totaal drie vroege drukken van hem.
Een gedecoreerd geschiedenisboek (Valencia, 1515)
In 1969 kocht de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek bij veilinghuis Van Gendt haar eerste Morris-exemplaar: Aureum opus regalium privilegiorum civitatis et regni Valentie. Deze Valenciaanse druk uit 1515 beschrijft de verovering van Valencia door koning Jacobus I van Aragón in 1233-1238. Door het hele boek heen zijn grote sierinitialen afgedrukt en één bladzijde tekst is omgeven met een ornamentele lijst. De uitgaven van de Kelmscott Press hebben vergelijkbare sierlijsten, die net als in de vroege drukken in hout werden gesneden. Binnen de Arts en Crafts-beweging was het in zwang terug te grijpen op oude technieken.
Afgezien van het etiket ‘From the library of William Morris Kelmscott House Hammersmith’ bevat het exemplaar twee latere ex librissen. Een ervan is nog niet geïdentificeerd (zie foto), maar de ander met de initialen ‘D.P.’ behoorde toe aan Charles William Dyson Perrins (1864 - 1958), een Engelse zakenman met een indrukwekkende boekencollectie op het gebied van middeleeuwse geïllumineerde handschriften en vroege geïllustreerde drukken.
Een kleurrijk missaal voor Utrecht (Parijs, 1507)
Omstreeks 1970 verwierf de Amsterdamse UB een missaal voor het bisdom Utrecht. Missale Traiectensis is gedrukt in Parijs door Wolfgang Hopyl. Het is ons meest kleurrijke en versierde boek uit Morris’ bibliotheek. Omdat de lezingen voor de dag snel vindbaar moesten zijn in de vaak donkere kerken, is de tekst op allerlei manieren gestructureerd: met ornamenten, sierinitialen, uiteenlopende drukletters, tekst in rood en met handgekleurde afbeeldingen aan het begin van een nieuw hoofdstuk of nieuwe paragraaf. Alleen de moderne manier van structurering door middel van witregels ontbreekt. In deze gedrukte missaal zijn niet-vollopende regels zelfs opgevuld met ornamentjes. Zo ontstond een mooie, donkere rechthoek op de pagina.
Na het overlijden van Morris in 1896 bleef Missale Traiectensis in zijn vriendenkring. Zijn vriend en typografisch steunverlaat Emery Walker (1851‒1933) gaf het volgens een inscriptie op 16 juli 1899 door aan Sydney Cockerell (1867‒1962) in Richmond. Cockerell had Morris’ bibliotheek gecatalogiseerd en verzamelde uitgaven van de Kelmscott Press. Hij schonk het boek op 24 januari 1960 aan een volgende eigenaar, van wie de naam vooralsnog onleesbaar is (zie foto).
Een vroege atlas (Rome, 1490)
In 1975 verkocht The Morgan Library & Museum in New York een exemplaar van de derde druk van Ptolemaeus’ Cosmographia uit 1490 met het ex libris van William Morris. Het boek kent voor een deel dezelfde herkomstgeschiedenis als een exemplaar van Liber moralium super threnis Ieremiae (Oxfords, 1482), dat uiteindelijk in de Koninklijke Bibliotheek terechtkwam. De industrieel Richard Bennett (1849-1930) verwierf namelijk in 1897 bijna Morris’ hele bibliotheek. Een selectie nam hij mee naar zijn huis in Manchester; de rest ging naar een handelaar. In 1902 kocht John Pierpont Morgan (1837-1913) Bennetts collectie, die uiteindelijk werd ondergebracht in The Morgan Library & Museum. Maar niet alle boeken bleven daar: sommige werden aan veilinghuizen aangeboden. De Koninklijke Bibliotheek heeft via die weg in 1981 de Oxfordse incunabel aangeschaft en de Amsterdamse UB door tussenkomst van Antiquariaat Israël in 1977 Ptolemaeus’ Cosmographia.
De geschiedenis van dit exemplaar is ook te vinden in Material Evidence in Incunabula (MEI), een internationale database over de omzwervingen van vijftiende-eeuwse boeken vanaf het moment dat ze de drukkerij verlieten tot aan nu. Ook het Allard Pierson werkt aan dit project mee.