Door: Floor Rieder (illustrator)
Iedere illustrator weet: Peter van Straaten ... hij tekende toch alles uit zijn hoofd? Intuïtief tekenen, dat is de gedroomde manier. En ook de manier waarmee je onder illustratoren het meeste respect afdwingt.
Door zijn archief te mogen gaan is zoals de ene goochelaar die bij de andere goochelaar achter de schermen mag gaan kijken, waar dan blijkt dat het allemaal echt is. De goochelaar is een tovenaar. Peter doet écht alles uit zijn hoofd. Best zielig, maar ik ging op zoek naar sporen van trucjes of mislukte tekeningen. Die waren er dus gewoonweg niet. Ja, hier en daar een typexlijntje dat het werk alleen nog maar authentieker maakte (want dan zie je nog beter dat het - ja echt - allemaal handwerk is).
Dus dan maar op zoek naar experimenten. Bij Peter van Straaten hebben we allemaal een heel duidelijk beeld van hoe zijn tekeningen eruitzien. Maar als je goed kijkt, ging hij ook kleine experimenten aan. Met kleurgebruik bijvoorbeeld. De ene keer in zeefdruk, de andere keer met ecoline (?). Of die enige tekening die ik tegenkwam die digitaal gemaakt is. Een keer katten in plaats van mensen, of hoe ga je als illustrator om met een 'vertaling' van andermans creatie (Bert en Ernie nagetekend). Ook qua compositie was er veel experiment: de ene keer in enkele donkere halen een zware wollen jas getekend met daarin een ietwat gebogen man. Heel kenmerkend, bijna een logo. De andere keer een tot in de puntjes afgemaakte tekening, helemaal afgekaderd.
Ook interessant om te bedenken hoe hij het aanleverde bij zijn opdrachtgevers. Waar je tegenwoordig je werk zelf scant en met Photoshop bewerkt en een begeleidende mail erbij tikt (en dan hoopt op een zo snel mogelijke zeer positieve reactie, anders hele dag chagrijnig), denk ik dat hij het werk zelf langsbracht. Dan zie je ook natuurlijk direct of het goed valt of niet. Bleef hij plakken om te kijken hoe het gedigitaliseerd werd en in de krant werd geplaatst?
Ook van de organisatie in mappen kan ik alleen maar dromen. Vol ontzag en jaloezie ging ik door zijn nalatenschap. Hoe kan hij nu uit zijn hoofd weten hoe mensen er naakt bij liggen vanuit het perspectief van de hoek van de kamer? Ik probeerde vanuit zijn gedachten door het archief te gaan met tegelijkertijd mijn eigen ‘archief’ in mijn hoofd. Hoe erg ik het zou vinden als iemand met zijn vingers door mijn werk zou gaan op zoek naar fouten en stiekeme werkwijzen. Zou hij veel hebben weggegooid? Ik bespeur sowieso een chronisch tekort aan papier, want vaak waren beide zijden betekend.
Met terugwerkende kracht wil ik iemand in zijn leven zijn. Een personage uit het boek ‘Uit mijn hoofd’. Iemand die zo mooi kan observeren. Wat een heerlijke gedachte om zo te zijn bekeken, als je je in zijn leven begaf. Maar ook: hoe mooi was zijn leven dat hij oog had voor zoveel detail in het leven van een ander? Ik denk dat hij een romantische ziel had. Of zoals hij zelf zei 'een ranzige geest, een dirty old man'. Ik vind het liever dan dat, namelijk heel opbeurend en schattig als iemand zijn hele leven lang een jongvolwassene blijft. Met een frisse, maar ook scherpe kijk op het leven. In elke tekening zie een situatie waarin de tekenaar een of andere rol speelt. Peter vermomd als vrouw, als voyeur of als barhanger. Hunkerend naar ware liefde, groots en meeslepend, zoals je dat op jonge leeftijd doet, en zoals hij zijn hele archief volhoudt.