Cultuurgeschiedenis van de middeleeuwen

Met dit tijdvak bedoelen we de periode vanaf de late Oudheid tot aan de protestantse Reformatie, van circa 500 tot 1500 na Christus. Aan de basis van dit verzamelgebied liggen verzamelingen handgeschreven en gedrukte boeken afkomstig uit Amsterdamse kerken en kloosters. Ook de collectie Koptisch textiel uit vroegchristelijk Egypte maakt er deel van uit.

In de middeleeuwen was Amsterdam nog geen wereldstad. De bevolking bestond voornamelijk uit landbouwers, kloosterlieden en vissers. Op de plek waar nu het Allard Pierson is gevestigd, stond het Nieuwe Nonnenklooster dat in 1402 was gesticht. Kerken en kloosters waren de plekken waar de meest kostbare manuscripten en gedrukte boeken werden bewaard. Toen in 1578 in Amsterdam de calvinisten de katholieke stadsregering overnamen en de kloosters ophieven, kregen hun verzamelingen een andere bestemming. Ze vormden de basis voor de eerste Stadsbibliotheek, waar later de Universiteitsbibliotheek uit voortkwam.

De Stadsbibliotheek bevatte oorspronkelijk een kleine collectie handschriften en gedrukte werken van vóór de zestiende eeuw. De collectie werd in de loop der eeuwen uitgebreid met circa 200 middeleeuwse handschriften en 500 vijftiende-eeuwse gedrukte werken. De bibliotheek groeide door schenkingen en legaten van Amsterdamse burgers. Een voorbeeld hiervan is de collectie van de negentiende-eeuwse kerkhistoricus Willem Moll. Deze bevat zeldzame handschriften uit de kring van de Moderne Devotie: een spirituele beweging die opkwam aan het einde van de veertiende eeuw en individuele geloofsbeleving boven kerkelijk gezag stelde.

Dit verzamelgebied bevat ook archeologisch materiaal uit de Koptische periode, van circa 300 tot 1000 na Christus. In de archeologie bedoelen we met de Kopten de allereerste christelijke bewoners van Egypte. Dit volk leefde door vervolgingen en het harde woestijnklimaat een geïsoleerd bestaan, waaruit een heel eigen geloofsbeleving en kunsttraditie voortkwamen. Het meest omvangrijk is de collectie Koptisch textiel, bestaande uit voornamelijk (delen van) kledingstukken die zijn teruggevonden in graven. Andere objecten zoals grafstenen en liturgische voorwerpen zoals wierookvaten geven een beeld van de Koptische kloosters.

Koorbijbel

 

 

Overtuniek van wol, in de lengte geweven en in keperbinding

Het oudste boek van Amsterdam

Topstukken afkomstig uit buitenlandse verzamelingen zijn onder meer het dertiende-eeuwse Lieven van Lathem-Getijdeboek uit Gent en het oudste boek van Amsterdam, het Caesar handschrift De bello Gallico uit de negende eeuw. Het perkamenten, 99 bladen tellende manuscript werd gemaakt door benedictijner monniken in Fleury, Zuid-Frankrijk. De tekst is van nog ouder datum: het boek bevat een afschrift van De bello Gallico, het verslag dat Julius Caesar ooit maakte van zijn verovering van Gallië. Samengevat: hij kwam, zag en overwon.

Het manuscript maakte vele omzwervingen voordat het in de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek belandde. Het maakte deel uit van de bibliotheek van een Heidelbergse professor, werd gestolen door een louche student uit Amsterdam, kwam vervolgens in bezit van de Amsterdamse koopman Jan Six en werd in 1706 verworven door het Athenaeum Illustre, de voorloper van de Universiteit van Amsterdam.

Collectiespecialist:

drs. Klaas van der Hoek
E-mailadres: k.vanderhoek@uva.nl
Telefoonnummer: 020 525 24 76
UvA-medewerkerspagina: Klaas van der Hoek

 

De bello Gallico