23 februari 2018

Kleine schatten uit de Artis Bibliotheek

Door: Jip Binsbergen

Dat de Artis Bibliotheek rijk voorzien is van oude boeken over de natuur mag algemeen bekend zijn. Maar toch ben ik elke keer weer verbaasd over de rijkdom van deze collectie.

Ter oriëntatie ben ik maar weer eens gaan lezen in Claus Nissen, Die Zoologische Buchillustration . In de laatste alinea op pagina 208 noemt hij Richard Owen (1804-1892), de befaamde paleontoloog. Owen was verbonden aan het Brits Natural History Museum. Hij publiceerde veelvuldig in de Transaction of Zoological Society of London. Richard Owen was ook een begenadigd tekenaar. Hij leidde een hele school van tekenaars op, waaronder W. Lens Adous. Volgens Nissen maakte deze Lens Adous gebruik van een destijds nieuwe manier van steendrukken, de lithotint. Nu had ik nog nooit van deze vorm van steendrukken gehoord. Nieuwsgierig geworden naar de door Lens Adous gemaakte drukken vond ik het boek in de catalogus en tot mijn genoegen stond het boek gewoon in de Artis Bibliotheek op de plank.


De titel luidt: The Invisible world revealed by the Microscope; or Thougths on animalcules door Gideon Algernon Mantell , verschenen in 1850 en uitgegeven door John Murray te London. Gideon Mantell (1790-1852) is vooral bekend geworden als paleontoloog en ontdekker van de Iguanodon, een dinosaurussoort gevonden in de krijtrotsen van Sussex. Mantell zal ongetwijfeld contact gehad hebben met Richard Owen, die waarschijnlijk Lens Adous aanbeval als illustrator van het boek. De Thoughts on animalcules is een 144 pagina’s tellend boek in klein formaat 19 x 14,5 cm.


Het begint met een interessante filosofische verhandeling over onzichtbare wezens die ontsproten aan de menselijke fantasie het hemelrijk zouden bevolken. Gelardeerd met citaten van o.a. Lord Byron. Maar besluit hij het hoofdstuk: “ helaas zijn alle pogingen om in contact te komen de spirituele wezens en zich te laten manifesteren in wat voor vorm dan ook aan ons, menselijke wezens, tevergeefs geweest.” De auteur vraagt zich aan het begin van het tweede hoofdstuk af of de telescoop in staat zou zijn om de levende wezens die in de ruimte zweven net zo zichtbaar te maken zijn als de microscoop dat kan doen met de ontelbare onzichtbare wezens in de bladeren van elk bos, in de bloemen van elke tuin en in de wateren van elk stroompje. Elk intelligent persoon zal omvallen van verbazing en vooral zich verwonderen als hij voor de eerste keer de levende microscopische diertjes onder ogen krijgt. De auteur beschrijft daarna dat een druppel water uit een vijver in Clapham Common zwermt van de diertjes van verschillende vorm en groten. Clapham Common is een bekend park in het zuiden van Londen. Mantell treedt hier in de voetsporen van de Nederlander Anthonie van Leeuwenhoek (1632 – 1723). Hij gebruikte tegelijkertijd met Robert Hooke voor het eerst een microscoop. De eencelligen die van Leeuwenhoek zag noemde hij animalcules of kleine dierkens.


In de volgende hoofdstukken gaat Mantell nader in op de waargenomen soorten en hun leefwijze en wordt het een “gewoon” boek over de levende natuur. Zo beschrijft hij bijv. de hydra, een veel voorkomend neteldiertje en een vorticella (klokdiertje). Het boek bevat twaalf gekleurde prenten die gedrukt zijn als lithotint door Lens Aldous.

De Nederlandse term voor lithotint is gewassen tusche. Over de lithograaf Lens Aldous kon ik helaas niets vinden. Volgens Gascoigne is een gewassen tusche een vorm van steendruk, waarbij gedrukt kan worden alsof er gebruik is gemaakt van waterverf. Steendrukken werden en worden gemaakt door met vetkrijt op een geprepareerde steen te tekenen. Door de steen nat te maken en daarna de vette inkt met een roller op te brengen, houdt het vette krijt de inkt vast en kan de inkt overgebracht worden op papier. Bij de gewassen tusche werd het vetkrijt of de vette inkt verdund met bijv. terpentijn en daarna opgebracht, men kon daardoor een volvlak, lichtere tinten en een vloeibaar effect meegeven. Deze techniek is verder niet veel gebruikt.

Ik vond het een mooi klein boekje en vooral de tekst en de bijzondere illustraties bevallen mij. Kortom een “schat” van een boekje aanwezig in de Artis Bibliotheek, wat ik hiermee onder de aandacht breng.

Natuurlijke historie