07 juni 2020

Hoe schrijf ik een scenario

Op mijn vorige blog waarin ik vertelde over de symbiose tussen de Multatulicollectie en de Stripcollectie bij de ‘verstripping’ van Max Havelaar, kwamen veel reacties. Een vaak terugkerende vraag in die reacties was: ‘Hoe schrijf je een scenario, wat doe je dan eigenlijk?’ Kort door de bocht zou je daarop kunnen antwoorden dat het scenario in woord laat zien wat de tekenaar naderhand op papier zet. Maar ik kan me voorstellen dat ook dat nog een redelijk abstract antwoord is.

Enkele jaren geleden gaf ik tijdens de Summerschool een workshop scenario schrijven. Ik had toen net een verhaal geschreven voor stripmaker Fred de Heij dat hij gepubliceerd had in zijn stripmagazine Pulpman. Het was een kort levensverhaal van een gangster in de ‘roaring twenties’ in Amerika van zes pagina’s. Dat scenario gebruikte ik om de tien deelnemers aan de workshop te laten zien hoe het werkt, om hen vervolgens zelf een scenario te laten schrijven. Dat viel toch niet mee, want er blijken ongelooflijk veel valkuilen te zitten in de weg die het verhaal van jouw hoofd naar het papier aflegt. Want onderweg gaat je verhaal door het hoofd van een ander, de tekenaar.

Desalniettemin gun ik de lezers van deze blog graag een inkijkje in de keuken van het stripmaken. Ik leg u dus de openingspagina van Max Havelaar voor, in woord (scenario) en in beeld (strip). Het scenario kunt u hier openen.

Meteen al de openingsafbeelding leidde tot een verrassende verandering, van het beeld dat in mijn hoofd zat tot het eindresultaat. Want terwijl ik een foto uit vogelperspectief voor me zag, een blik van bovenaf dus, zag tekenaar Eric Heuvel juist een beeld van onderaf, scherend over het water naar de figuur aan de overkant. En ook dát stond niet in mijn tekst zoals u kunt lezen: dat we vanaf de ene kant van de gracht naar de andere kijken. Had ik dat per se gewild, dan had ik dat duidelijk aan moeten en kunnen geven. U ziet ook staan dat er geen sneeuw ligt, maar die ligt er uiteindelijk wel. Dat kwam voort uit een mailwissel tussen Eric en mij, waarin hij mij er van wist te overtuigen dat een beetje sneeuw zoveel duidelijker maakt in welk jaargetijde we zitten dan bij een strak blauwe lucht met zon. Vrieskou kun je niet tekenen! De kale bomen zeggen dan wel wat, maar de donkere lucht en de rokende schoorstenen zeggen heel veel meer. Plaatje twee en drie kloppen met wat ik aangaf. Op plaatje vier staat voor de goede verstaander dan een ‘corona’-grapje, wat niet in het scenario zat: een voorbijganger dekt zijn mond af, ingegeven door het moment waarop Eric de tekening op papier zette.

U ziet er staat ook heel veel niet in het scenario en je zou met enig recht kunnen zeggen dat de scenarist hier de tekenaar behoorlijk in de steek heeft gelaten. Maar een ervaren tekenaar als Eric Heuvel is niet voor een gat te vangen en met wat mailtjes heen en weer zijn problemen snel op te lossen. Pagina één is dan klaar. De volgende pagina’s nemen ons mee naar binnen bij Batavus Droogstoppel thuis (of op kantoor). De overgangen van de pagina’s zijn echter ook belangrijk. Je wilt niet het eerste plaatje van een heel nieuwe scene als laatste plaatje op een pagina laten bungelen. Net zoals je het laatste plaatje van een scene niet op de volgende pagina wilt laten eindigen. Dat kun je oplossen door hier en daar een ander formaat plaatje op te nemen, waardoor alles naar voor of achter verschuift. Daarmee voer je als scenarist de regie, naast het feit dat je voor de inhoud, het verhaal, dient te zorgen. De rol van de scenarist is dus groter dan u wellicht dacht.

Als je, zoals Eric Heuvel, ook zelf verhalen schrijft, ziet het scenario er waarschijnlijk anders uit, soberder kan ik me voorstellen. Maar samenwerking met een scenarist vergt geduld met en begrip voor elkaar. Bij Max Havelaar is dat gelukkig geen probleem. De samenwerking verloopt prima, omdat we er beiden van overtuigd zijn dat de boodschap van dit verhaal alle andere belangen overstijgt en gehoord moet blijven worden: overal in de wereld werden en worden mensen onderdrukt! 

Jos van Waterschoot

Jos van Waterschoot is boekhistoricus en werkzaam als conservator Boekhistorische Collecties en Stripcollecties bij het Allard Pierson. Hij is recensent van het stripinformatietijdschrift StripNieuws en voor stripblad Eppo. Hij publiceert over strips en boekgeschiedenis, en leest een strip per dag. Alle artikelen van Jos van Waterschoot