In 1989 verscheen bij Adobe het font Trajan, ontworpen door de Amerikaanse Carol Twombly (*1959). Het biedt instant klassieke glamour en was al snel een succes in Hollywood. De posters van The Bodyguard, Titanic, Gosford Park en tal van andere blockbusters zijn in Trajan gezet. De website Fonts in use laat een breed overzicht van de toepassingen zien. De hint die de letternaam geeft, is helemaal juist: het ontwerp is een nauwgezette kopie van de kapitalen (hoofdletters) op de beroemde zuil van Trajanus in Rome, voltooid in 113 na Christus.
In de renaissance was er bij architecten, kunstenaars en schrijfmeesters belangstelling ontstaan voor de inscripties uit het vroege Romeinse keizerrijk. Aan de perfectie van die kapitalen moesten wel geometrische principes ten grondslag liggen, zo dachten verschillende auteurs. In ieder geval ook Albrecht Dürer, die in zijn Underweysung der Messung (1525) uitgebreid geometrisch geconstrueerde letters liet zien. In gedrukte schrijfmodelboeken die in deze tijd begonnen te verschijnen, staan ook voorbeelden van Romeinse kapitalen. De invloedrijke kalligraaf Giovan Francesco Cresci (ca. 1530?‒ca. 1607/17), werkzaam bij de Sixtijnse Kapel, verwees in zijn publicaties expliciet naar de Trajanus-kapitalen, waarvan hij uit vrije hand interpretaties maakte.
De Italiaanse modelboeken werden rond 1900 herontdekt in Engelse arts-and-craftskringen, waar onder leiding van Edward Johnston (1872‒1944) een kalligrafische revival begon. Johnston beeldde de Trajanus-inscriptie af in zijn handboek Writing & illuminating, & lettering (1906), dat nog steeds in druk is. Het betekende het begin van de moderne zegetocht. De foto’s waren genomen van het afgietsel in het Victoria & Albert Museum in Londen. Johnstons leerling Eric Gill (1882‒1940), een uitzonderlijk begaafd letterhakker, vond overigens dat je vrij met dit beroemde voorbeeld moest omgaan: ‘while we may remember Trajan lovingly in the museum, we must forget all about him in the workshop.’
James Mosley, destijds bibliothecaris van de Londense St Bride (Printing) Library, deed uitvoerig historisch onderzoek naar de kapitalen en publiceerde in 1964 zijn baanbrekende artikel ‘Trajan revived’. Vier jaar later verscheen in de Verenigde Staten een boek over de letters, getiteld The origin of the serif. Auteur Edward M. Catich (1906‒79) was als letterschilder opgeleid en later rooms-katholiek priester geworden. Tijdens zijn bezoeken aan Rome had hij met ‘graffito polverato’ afwrijfsels van de Trajanus-inscriptie gemaakt (zie foto bovenaan).
Catich wilde bewijzen dat de letters op de zuil van Trajanus in het geheel niets met geometrische constructies hadden uit te staan, zoals Dürer en anderen hadden beweerd. Wat eerder al was verondersteld – door W.R. Lethaby in zijn introductie tot Johnstons handboek – liet hij met praktische voorbeelden zien: de gehakte letters waren uitwerkingen van met brede penseel geschreven vormen. Ook de schreven (dwarsvoetjes) kwamen volgens hem voort uit het gebruik van die brede penseel. De theorie van Catich wordt nu algemeen aanvaard. Hij bleef zijn leven lang totaal gefascineerd door de Trajanus-kapitalen, ‘the noblest of all letter forms, despite centuries of efforts at letter improvement, invention, and innovation. […] one cannot avoid praising it as a staggering monument of supercalligraphy. It is simply phenomenal.’
Binnenkort verschijnt Mastering brush Roman capitals van John Stevens, een Amerikaanse kalligraaf met meer dan 70.000 volgers op Instagram – @calligraphile. Vanzelfsprekend komen daarin de Trajanus-kapitalen weer aan bod. Een korte ‘brush demo’ van Stevens is op YouTube te vinden.