Onlangs werd voor de collectie atlassen van het Allard Pierson een exemplaar aangeboden van Ten Brink’s nieuwe zakatlasje voor sport en op reis. Het gaat om een exemplaar van de 27ste herziene druk, 275ste-285ste duizendtal. Het boekje werd geschonken door onze collega Maaike van Rossem, die in 2020 met pensioen is gegaan. In aansluiting daarop is zij blijkbaar begonnen met opruimen en wij mochten daar dankbaar een gevolg van ondervinden.
Intussen roept het wel vragen op. Een ‘zakatlasje’ waarvan er bijna driehonderdduizend zijn gemaakt … Wat zou dat voor iets bijzonders zijn? In elk geval bevindt zich van deze editie nog geen ander exemplaar in een openbaar toegankelijke Nederlandse bibliotheekcollectie. Wie naspeuringen doet naar de uitgever van dit atlasje, de samensteller(s) of de nodige bibliografische gegevens, stuit al gauw op vragen die moeilijk te beantwoorden zijn. Wanneer verscheen de eerste uitgave? En uit welke jaren dateren al die tientallen herdrukken? En wie zijn de makers van dit atlasje?
Vrijwel alle uitgaven van dit charmante Zak-atlasje verschenen zonder vermelding van jaar van uitgave. Op basis van bibliotheekcatalogi, Brinkman’s cumulatieve catalogus, gegevens die zijn ontleend aan Delpher en aan de grote bibliografie van Nederlande atlassen Atlantes Neerlandici van prof. dr. ir. C. Koeman, is het volgende lijstje samen te stellen:
1908 1ste druk
1909 2de en 3de herziene druk
1910 4de en 5de druk
1911 6de druk
1912 7de druk
1913 8ste
1914 9de herziene druk
1915 10de herziene druk
1917 11de herziene druk
1918 12de herziene druk
1919 13de druk
1920 14de druk
1922 15de druk
1923 16de druk
1924 17de herziene druk
1925 18de druk
1927 19de herziene druk (200ste-210de duizendtal)
1939 25ste herziene druk
1947-1950 31ste-34ste herziene drukken
De uitgever is H. ten Brink in Meppel. Die kennen we als uitgever van nog meer atlassen, zoals de Reisatlas van Nederland, de Touristen-atlas van Nederland en een Schoolatlas. Ten Brink gaf ook losse kaarten uit: Al-verkeerkaart, Provinciekaarten, Kantoorkaart en Nieuwe autokaart. Ten Brink is ook een keer verhuisd. Want de eerste tot en met de tiende druk van het Zak-atlasje verschenen te Meppel. Maar vanaf de elfde druk is Ten Brink gevestigd in Arnhem. Ergens in de jaren dertig gaat Ten Brink weer werken vanuit Meppel. En na de Tweede Wereldoorlog verschijnen zelfs publicaties van Ten Brink waarin Meppel en Djakarta als plaatsen van verschijning zijn vermeld.
Wat je niet vaak ziet bij een dergelijke lange en dus blijkbaar succesvolle reeks herdrukken, is dat de titel van de publicatie halverwege de rit wordt gewijzigd. In eerste aanleg luidt de titel Ten Brink’s zak-atlasje van Nederland, voor sport en op reis … [etc.]. Vanaf de 12de druk uit 1918 is het opeens Ten Brink’s nieuwe zak-atlasje van Nederland … [etc.]. Ook de 35ste druk, uitgegeven omstreeks 1951, heet nog Ten Brink's nieuwe zakatlasje van Nederland.
Waarom het boek Zakatlasje heet is meteen duidelijk voor wie het boekje ziet of in handen heeft. Het is uitgevoerd in een zeer handzaam formaat, dat met gemak in de broekzak past. Het boekje meet ook maar 11 x 13 cm., later verandert het formaat iets: de 35ste druk is 13 x 14 cm. Nu kan je je afvragen wat het nut is van zulke petieterige atlasjes, maar daar heeft uitgever Ten Brink wel iets slims voor bedacht. De kaartjes (per provincie) die erin zitten zijn tweemaal gevouwen en dus uitgevouwen ca. 22 x 26 cm. En daarop is heus wel het nodige te zien. Op de achterkant van de kaartjes zijn bovendien (in de latere drukken) eenvoudige plattegronden afgedrukt van de belangrijkste steden in de betreffende provincie. Nadeel van deze constructie is de kwetsbaarheid: veel van deze atlasjes, voor zover bewaard gebleven, dragen de sporen van gebruik en als dat in- en uitvouwen niet voorzichtig genoeg gebeurt, dan gaan gebruikssporen verder dan alleen wat schaafplekjes.
Tot en met de 13de uitgave worden in de uitgaven van het Zak-atlasje P. Hols en M. Stenvert als samenstellers genoemd. Maar wie zijn P. Hols en M. Stenvert? Wanneer leefden zij, en wat deden zij nog meer dan deze atlasjes publiceren en herdrukken bewerken? Ook die vraag is moeilijk te beantwoorden.
P. Hols is – blijkens de catalogus van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag – Paulus Hols, die leefde van 1862-1917. Volgens een rouwadvertentie in Het nieuws van den dag van 27 maart 1917 was Paulus Hols secretaris van de Algemeene Nederlandsche Typografen Bond, en liet hij bij zijn overlijden een diepbedroefde weduwe, kinderen en kleinkinderen na. Over de atlasjes uiteraard geen woord. Een andere krant vermeldt in een korte necrologie als bijzonderheid dat Paulus Hols het eerste gesalarieerde bondsbestuurslid van Nederland was geweest, en dat hij die functie 28 jaar lang uitoefende. In Het volk, dagblad voor de arbeiderspartij van 27 maart 1917 staat het volgende te lezen over Paulus Hols. Ten eerste dat hij doorgaans ‘Piet’ werd genoemd, maar ook: “Hij was niet ten volle een der onzen, maar hij was een strijder van top tot teen en zijn herinnering zal bewaard blijven in de geschiedenis van den ontvoogdingsstrijd van het Nederlandsche proletariaat.” Honderden collega’s, vakbondsleden en andere belangstellenden begeleidden Hols naar zijn laatste rustplaats. Ruim een halfjaar na de uitvaart werd op zijn graf een zuil met witmarmeren medaillon onthuld; de daarvoor benodigde middelen waren door bondsbroeders en werkgevers bijeengebracht. Opnieuw waren honderden belangstellenden bij de onthulling van dit grafmonument aanwezig, sprekers getuigden van Hols’ bijzondere inzet en kwaliteiten – maar opnieuw: geen woord over Ten Brink’s Zak-atlasje.
Moeilijker nog lijkt het de nodige gegevens aan het licht te brengen betreffende M. Stenvert. Behalve aan Ten Brink’s (nieuwe) zak-atlasje verleende hij ook zijn medewerking aan Ten Brink’s Touristen-atlas en, voor een andere uitgever, aan J. F. van de Ven's Practische zak-atlas van Nederland. Met gids van de voornaamste bezienswaardigheden … [etc.] uit 1922. Het zou kunnen gaan om Mannis Stenvert, die leefde van 1880-1956. Maar bij zijn overlijden werd alleen in een piepklein krantenberichtje gememoreerd dat hij directeur was geweest van uitgeversmaatschappij M. Stenvert & Co. in Apeldoorn, en daarvoor gevestigd was in Meppel.
Of de overeenkomst tussen enerzijds het uitgeversbedrijf en atlasjes maken en anderzijds de vestiging in Meppel van de beide uitgeverijen Ten Brink én M. Stenvert voldoende houvast biedt om vast te stellen dat deze Mannis Stenvert samen met P. Hols degene was die ooit de zo succesvolle zakatlasje maakte, mag betwijfeld worden.
Wie weet inspireert dit blog een enkele lezer tot antwoorden op de gestelde vragen. We houden ons in elk geval voor aanvullingen van harte aanbevolen!