Door: Marike van Roon
De Spaanse verovering van Zuid-Amerika heeft ons Europeanen veel nieuwe planten en dieren gebracht. De aardappel en de tomaat bijvoorbeeld, maar wat dacht je van de cavia? Dit knaagdiertje was al duizenden jaren eerder gedomesticeerd en diende in Zuid-Amerika vooral als voedsel. Naar mijn weten werden de naar Europa geëxporteerde cavia’s niet gegeten, maar gehouden werden ze wel. Queen Elisabeth I (1533–1603) bijvoorbeeld schijnt cavia’s te hebben gehad. De hogere klasse nam de goedmoedige diertjes al snel als huisdier op en vanaf de zeventiende eeuw zie je ze vaak op schilderijen: als exotische bewoners van het paradijs of in stillevens met bloemen en kleine dieren.
De eerste vermelding van een cavia dateert uit 1547 en betrof een exemplaar in San Domingo in de huidige Dominicaanse Republiek. Enkele jaren geleden bracht de National Portrait Gallery in Londen triomfantelijk naar buiten dat men de oudste Europese afbeelding van een cavia had ontdekt. Het ging om een huisdier, afgebeeld op een portret van drie kinderen uit ongeveer 1580. Het schilderij is mogelijk van Nederlandse oorsprong, maar dat kunnen we niet controleren: het bevindt zich in particulier bezit en er is geen afbeelding van beschikbaar.
De claim van de National Portrait Gallery dat het om de oudst bekende Europese weergave van een cavia zou gaan, is in elk geval onjuist. Er zijn maar liefst vijf cavia-afbeeldingen bekend uit dezelfde tijd of eerder. In het zogenaamde Rosenwald Album, nu in The National Gallery of Art in Washington, is een gouache van een cavia opgenomen, geschilderd door Joris Hoefnagel. Hij schonk het album rond 1590 bij zijn indiensttreding aan keizer Rudolf II, maar de gouaches zelf zijn vroeger gedateerd, namelijk vanaf 1575. De cavia wordt geschaard onder de Animalia Quadrupedia, de viervoeters, en wordt vergezeld door twee egels. Herkenbaar is deze cavia zeker, hoewel het beestje een beetje vreemde oogopslag heeft.
Dan is er een nog vroegere afbeelding van een cavia in de Historiae animalum van de Zwitserse arts en wetenschapper Conrad Gessner, in het eerste deel van de serie, over de Quadrupedibus Viviparis (levendbarende viervoeters). De eerste uitgave uit 1551 laat nog geen cavia zien, maar de bijlage met illustraties uit 1553 wel. De Porcello Indico (het Indische varkentje) wordt geschaard onder de konijnen (Cuniculo), direct voorafgaand aan de egels. De houtsnede is tamelijk grof maar de cavia is toch duidelijk herkenbaar. De boeken van Gessner waren zeer populair en hebben tijdgenoten sterk beïnvloed. Zo gebruikte Mary, Queen of Scots (1542–1587), de afbeeldingen uit Gessners boeken voor haar borduurwerken.
Nu zijn de houtsneden in Gessners boeken – ook die van de cavia – gebaseerd op eerdere prenten of op voorbeeldtekeningen. Felix Platter, een student en vriend van Gessner, verzamelde die voorbeeldtekeningen in albums. Twee albums kwamen in de bibliotheek van de Amsterdamse Remonstrantse Gemeente terecht en worden nu beheerd door de Universiteit van Amsterdam. In een van beide albums, gevuld met tekeningen van zoogdieren, zijn drie schattige afbeeldingen van cavia’s opgenomen. Een ervan werd door Gessner gebruikt voor de uitgave van 1553.
En daarmee beheren wij – zolang niemand een nog oudere afbeelding vindt – de vroegste Europese cavia’s, die vervaardigd moeten zijn vóór Gessners gedrukte uitgave van 1553.
Marike van Roon was tot juli 2021 hoofdconservator van het Allard Pierson.