Amsterdam in opkomst

Deze zaal is tijdelijk gesloten

Metropolen zoals Parijs en Londen kent middeleeuws Nederland niet. Amsterdam is tot de 16de eeuw weinig meer dan een dorp, overschaduwd door bisschopsstad Utrecht, hofstad Den Haag en nijverheidssteden als Leiden, Delft en Haarlem.

Lange tijd wordt Amsterdam vooral bevolkt door vissers. Gaandeweg vestigen zich er steeds meer ambachtslui, kooplieden en kloosterlingen. Uiteindelijk telt de stad 21 kloosters: 17 voor nonnen en 4 voor monniken. Bid en werk, is hun opdracht. In sommige kloosters bestaat werk uit het maken van manuscripten, handgeschreven boeken. Het overschrijven van religieuze teksten geldt als een vorm van bidden.

Pas vanaf 1516, zestig jaar na de uitvinding van de boekdrukkunst, worden ook in Amsterdam boeken gedrukt. Teksten kunnen nu in oplage verschijnen. Zoals in heel Europa wordt drukwerk ook hier hét verspreidingsmiddel voor nieuwe kennis en afwijkende opvattingen. Tegelijkertijd komen handel en nijverheid in de stad tot bloei. Immigranten uit de Zuidelijke Nederlanden, Duitsland en elders dragen daar sterk aan bij.

De nieuwe tijd brengt ook veel politieke en godsdienstige onrust. Voorlopig sluitstuk is de Alteratie van 1578, waarbij het katholieke stadsbestuur wordt afgezet. Voortaan maken calvinisten de dienst uit. In snel tempo wint Amsterdam aan macht en invloed binnen het gewest Holland en ver daarbuiten.

 

Hs. VIII D 4, 90v-91r.jpg

Getijdenboek uit het Oude Nonnenklooster in Amsterdam