In het rijksdeel van de Bibliotheca Philosophica Hermetica dat zich in het Allard Pierson bevindt, zitten nogal wat handschriften en gedrukte werken met teksten van de Duitse mysticus Jacob Böhme (1575-1624). Böhme kwam uit een dorpje op de grens van het huidige Polen en Tsjechië en was schoenmaker van beroep. Vanaf het begin van de zeventiende eeuw had hij mystieke ervaringen, die hun weg vonden naar handschriften en gedrukte werken. Böhmes werken werden aanvankelijk in Amsterdam uitgegeven, zowel in het Duits als in Nederlandse vertalingen. En zowel in Duitsland als in Nederland kreeg Böhme een grote schare volgelingen.
Gemeenschappen
Die volgelingen stichtten gemeenschappen om bij elkaar te kunnen wonen. Een van de grotere gemeenschappen was die van de ‘Böhmebrüder’ in het dorp Merzien (Sachsen-Anhalt), tussen Maagdenburg en Leipzig. Ze bezaten daar een hoeve met bijgebouwen. Dat weten we uit een rare verzameling die als handschrift PH 455A in de BPH-collectie zit en die bestaat uit een aantal mappen met onder andere brieven, portretten, een plattegrond van de Geboortekerk in Bethlehem, uitgeknipte boekillustraties en meer. Er zit ook een kaart in van de gebouwen van de Böhmebrüder en hun omgeving in Merzien.
Maar daar wou ik het niet over hebben. In de verzameling zit namelijk ook een plattegrond van dichter bij huis. Een van de latere volgelingen van Böhme was de Duitse mysticus en prediker Johann Wilhelm Überfeldt (1659-1732). Hij woonde lange tijd in Nederland, aanvankelijk in Leiderdorp, later in Leiden. In de BPH-collectie zitten vele handschriften en drukken van ‘zendbrieven’ van zijn hand. En in BPH 455A bevinden zich niet minder dan twee plattegronden van zijn huis in Leiden.
Stille Rijn
De plattegronden verschillen in formaat. Onder de grote staat een verklaring: ‘Grund-Riβ des durch Herrn Johan[n] Wilhelm Überfeld vom 1. Maji 1709. bewohneten Hauses in der Stadt Leijden, am Rhein, gegen das Rotterdam[m]er-Veer über ligend.’ Op de kleine plattegrond staat dat het huis gelegen is ‘an den Rhein-Fluβ’. De steeg die naast het buurhuis loopt, komt volgens de grote plattegrond uit ‘auf die Harlem[m]erstrasse’. De vraag die zich dan natuurlijk aan deze catalograaf (en import-Leienaar) opdringt, is: waar was dat huis?
Het Rotterdamse veer vertrok vanaf de Waag, aan de Aalmarkt. Een paar foto’s en een berichtje op Twitter waren voldoende om van verschillende mensen het verlossende antwoord te krijgen. KB-collega Ed van der Vlist en Susan Suèr en Edwin Orsel van Erfgoed Leiden en Omstreken kwamen onafhankelijk van elkaar tot de conclusie dat het moest gaan om het huidige pand Stille Rijn 13, waarin tegenwoordig een handwerkwinkel gevestigd is. Die steeg naar de Haarlemmerstraat is er ook nog, links naast nummer 12. D’r is wel een probleempje: op beide plattegronden staat een schaalverdeling, waaruit blijkt dat het huis zo’n 19 Rijnlandse voeten breed is, oftewel ca. 6 meter. Stille Rijn 13 is een meter of vier breed.
Testament
Hoe het ook zij: Überfeldt woonde er geruime tijd. Op 6 november 1718 laat hij bij testament al zijn bezittingen na aan Anna Maria Woertmans, die bij hem inwoont. Hij woont dan ‘op de Rijn over de Waag’. De geschiedenis herhaalt zich op 17 mei 1730, als hij dat testament herroept en vervangt door een nieuw waarin zijn nieuwe huishoudster Catharina Elisabet Catharin de enige erfgename is. Mits ze op het moment van Überfeldts overlijden nog bij hem in huis woont, want anders gaan zijn spullen naar zijn ‘goede vrunden’ Johan Godfried Brouwer en Theodoor Schermer. Het is niet duidelijk of dramatische gebeurtenissen in de (intieme?) relatie tussen Überfeld en Woertmans --en wie weet Catharin - de reden van het nieuwe testament en de nieuwe bepaling waren. Maar het zou best kunnen dat de mysticus ook maar een mens was.